Planeconomie & Vastgoedrecht

De nieuwe planeconoom: van rekenmachine tot strategisch adviseur

woensdag 19 oktober 2022

De rol van de planeconoom gaat de komende jaren sterk veranderen. De rekenmachine van de gemeente zal zich, gedreven door digitalisering, ontpoppen tot strategisch adviseur. Dat zegt Wouter van de Wildenberg van Fakton Energy. Verder staat het conservatisme in de bouw de eerste duurzame bouwplaats in de weg. We vroegen hem naar zijn visie op planeconomie, gebiedsontwikkeling en energie.

‘Het rekenwerk wordt straks gedaan door speciale, gedigitaliseerde rekenmodellen. De behoefte hieraan is groot, mits ze laagdrempelig te bedienen zijn. Het is een kwestie van tijd voordat we hierop overstappen. Het interpreteren en onderbouwen van de uitkomsten van deze modellen, met een strategische adviseringsrol binnen de gemeente is hoe het werk van de planeconoom er over vijf jaar uit ziet.’

Deze nieuwe invulling vraagt overigens wel een sloot aan ervaring. Het adviseren over de rol die de gemeente moet innemen binnen verschillende gebiedsontwikkelingen vraagt inzicht in verschillende afwegingen. ‘De ervaren planeconoom blijft als hij voldoende uitdaging krijgt. Hij is ook onmisbaar. Deze planeconoom kent alle deals en doorleeft de gemeente’, aldus Van den Wildenberg.

Die uitdaging kan de planeconoom bijvoorbeeld vinden in het feit dat steeds meer disciplines bij elkaar aanschuiven. Integraal samenwerken is volgens Van den Wildenberg actueler dan ooit. ‘Neem bijvoorbeeld de energietransitie. Een goede planeconoom kent de vastgoedwaardeketen van belegger tot eindgebruiker. Als je hem aan tafel zet met een energie-expert die alles weet over energiesystemen dan kun je effectief financiën toevoegen aan het beleid.’

Daar zit overigens wel een voorwaarde aan. ‘Je moet je planeconoom in staat stellen om multidisciplinair te werken. Thema’s als klimaat, energie, circulair, mobiliteit en de leefbaarheid van de openbare ruimte raken de planeconoom ook. Zorg dat je integraliteit bewerkstelligt en leid je mensen voor deze thema’s op.’

Deze thema’s zijn ook de rode draad voor het werk op dit moment, zo vindt Van den Wildenberg. ‘Kijk bijvoorbeeld naar de Omgevingswet. Ik denk niet dat iedereen al heel druk is met de Omgevingswet an sich, maar meer gekoppeld aan de eerdergenoemde thema’s. De Omgevingswet is een soort kapstok waarmee je alles aan elkaar kunt verbinden. De behoefte aan de Omgevingswet zit hem vooral in het juridisch kader.’

Hetzelfde geldt voor de stikstofcrisis. ‘Deze is actueel, denk aan de bouwstop bij woningprojecten. We staan nog in de kinderschoenen van wat mogelijk is in de bouw. Het conservatisme zal plaats moeten maken voor duurzaamheid. Ik wacht met smart op duurzame bouwplaatsen!’

Natuurlijk laat ook de coronacrisis haar sporen na. Maar het effect is niet per se wat je van tevoren misschien had gedacht. Zo hebben projecten in de gebiedsontwikkeling gewoon doorgang gekregen en blijven de prijsniveaus stijgen. Ook de prijzen in de woningbouw gaan door het plafond. ‘Begin dit jaar verwachte ik nog dat de gevolgen van de coronacrisis wat met de huizenprijzen zou doen. Economisch gaat het blijkbaar nog goed genoeg. Een aantal sectoren is hard getroffen, maar andere sectoren zijn juist enorm opgekomen door de coronamaatregelen.’

Binnen de energie zie je een korte en een lange termijn effect. ‘We reizen minder, er is minder uitstoot en de prijzen van fossiele brandstoffen zijn teruggelopen. Lage olieprijzen en lage gasprijzen zorgen op dit moment voor minder urgentie om over te stappen op duurzaam. Maar je kunt hem ook omdraaien. Door de lage prijzen is de kwetsbaarheid van investeren in fossiel ook duidelijk geworden. Grote fondsen gaan daarom juist wel nu over op duurzaam.’