Planeconomie & Vastgoedrecht

Opties voor stimuleren woningbouw

dinsdag 5 maart 2024

Recent werd het tussenrapport ‘Woningbouw en Grond’ gepubliceerd. Het is een van de vele rapporten en manifesten die momenteel verschijnen om de woningbouw te stimuleren. Het lijkt er af en toe op dat er meer rapporten verschijnen dan woningen worden geproduceerd. Maar let op: dit is een Interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO). Hierin wordt over de grenzen van de departementen heen gekeken naar oplossingen voor problemen. Dit rapport brengt de bestaande en nieuwe instrumenten voor voldoende woningbouw in kaart.

Op grond van deze verkenning komt er een inventarisatie van beleidsopties die woningbouw stimuleren. Op vier terreinen zijn concrete verbeteringen mogelijk. We vatten hier kort samen wat ons mogelijk te wachten staat.

1. Ruimtelijke ordening

  • Beter gebruik maken van het beschikbare instrumentarium om de regie te nemen. Te  denken valt bijvoorbeeld aan instructieregels.
  • Plancapaciteit toetsen op wat hard te maken is. Van alle plancapaciteit woningbouw is slechts 45% hard.
  • Marktpartijen in een eerder stadium betrekken.[1]
  • Minder zaken in hoger beroep te laten gaan door bijvoorbeeld het “verlofstelsel” in te voeren[2]. Belanghebbenden moeten dan beargumenteren waarom een uitspraak van de rechter principieel onjuist is voordat zij worden toegelaten tot het hoger beroep.

2. ​Grond

  • De invoering van een grondbelasting. Dit instrument is vergelijkbaar met de OZB, waarbij niet de opstal maar alleen de waarde van de grond wordt belast.
  • Een planbatenheffing. Hiermee wordt de waardestijging van grond bij bestemmingswijziging deels afgeroomd.
  • Voorkeursrecht vestigen op landbouwgrond.
  • Een landelijke grondfaciliteit voor medeoverheden. Dit creëert de mogelijkheid om medefinanciering via het Rijk aan te trekken om gronden zelf aan te kopen en/of risico’s te delen bij actief grondbeleid.

            

3. Bouw

Alternatieve bekostiging van gebiedsontwikkeling, bijvoorbeeld een gebiedsinvesteringszone (GIZ), tol en regionale- en stedelijke gebiedsfondsen. Bij GIZ worden de noodzakelijke kosten voor gebiedsontwikkeling en transformatie betaald door de waardestijging. Een stedelijk of regionaal gebiedsfonds is een instrument om tot investeringsafspraken te komen tussen private en publieke belanghebbenden. Bij tol betalen gebruikers voor wie de nieuwe infrastructuur sterke baten genereren een deel van de hoge kosten.

4. Afnemers      

Een lager BTW-tarief voor sociale nieuwbouwwoningen en een verlaging van de Vpb-lasten voor woningcorporaties.

5. Andere opties:

  • Sociale koop stimuleren.
  • Opstellen van een duurzamer verdienmodel voor corporaties.     
  • Heroverwegen verbod op verkoop sociale huurwoning. Als de opbrengsten worden gebruikt voor investeringen in vervangende nieuwbouw zou het per saldo volkshuisvestelijk voordelig kunnen zijn.          
  • Aanpassing fiscale behandeling eigen huis, want ‘de fiscale voordelen en hoge schulden vergroten daarnaast de prijsvolatiliteit op de woningmarkt, dat een stabiele woningbouw bemoeilijkt. Het uitfaseren van deze fiscale voordelen over een ruime transitieperiode is daarom raadzaam.’         

Impact

Kortom voldoende mogelijkheden. Maar velen hebben nog een weg te gaan voordat ze ingevoerd kunnen worden. Grondbeleid en woningmarkt zijn twee taaie dossiers. De Vaste Kamercommissie Binnenlandse Zaken stelt op 7 maart de behandelingsprocedure van het tussenrapport vast. Het eindrapport wordt rond de zomer verwacht.

 


[1] Conform de 100-dagen aanpak van Breda kan eerder met marktpartijen worden gekeken welke plannen te realiseren zijn en binnen welke termijn.

[2] Kamerbrief minister De Jonge, vergaderjaar 2023–2024, Kamerstuknummer 32 847, nr. 1152, 9 februari 2024       
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2024/02/09/kamerbrief-bij-tussenrapportage-ibo-woningbouw-en-grond