Gemeentelijk Vastgoed Management

Zelfde soort gebruikers kunnen meer in de markt betalen dan aan de gemeente

donderdag 1 september 2022

Net voor de zomervakantie is de Benchmark Gemeentelijk Vastgoed 2022 verschenen. Het is een initiatief van Republiq en Tias School for Business and Society[1]. Het rapport opent met de opmerking dat het een bijzonder drukke tijd is voor de beheerders van gemeentelijk vastgoed door de opvang van vluchtelingen en de afhandeling van de gevolgen van corona. Hiermee is het belang van gemeentelijk vastgoed maar weer eens aangetoond.

In het onderzoek wordt ook ingegaan op huren. Als we wat gegevens uit het rapport combineren dan blijkt dat hetzelfde soort gebruiker in de markt meer betaalt dan bij de gemeente. Misschien logisch want de gemeente is er voor het maatschappelijk belang, maar toch vreemd als er kennelijk wel  meer betaald kan worden. Hieronder staat een overzichtje.

 


[1] https://www.tias.edu/docs/default-source/kennisartikelen/marktrapportage...

Natuurlijk zou het nog zo kunnen zijn dat degene die in de markt huren meer subsidie krijgen. Het rapport vermeldt dit niet. In het verlengde hiervan ligt ook de vraag  of de door de onderzoekers geconstateerde positieve exploitatiesaldo van cultuur, welzijn en musea in of exclusief subsidies is; dit terwijl de huisvesting van ambtenaren, commercieel gebruik, aanwending voor onderwijs en sport niet uit kan. Zeker het commercieel gebruik is vreemd als we letten op wat er in de markt betaald wordt.

Het rapport bevat voorts nog een aantal andere interessante onderwerpen zoals opbouw van de portefeuilles naar gebruikers, onderhoudslasten, beschikbaarheid/leegstand, aan- en verkoopstrategie, meten van duurzaamheid, zelf doen of buiten de deur zetten en huurderstevredenheid. Totaal doen er 18 middelgrote en grote gemeenten mee aan de benchmark.

Nog een paar conclusies:

  • De huren dalen sinds 2017. Uiteraard was 2020 logisch, maar daarvoor is vreemd;
  • Onderhoudskosten stijgen gemiddeld genomen in 2021 wel: de verwachting is dat dit explosief zal zijn in het komende jaar;
  • De onderhoudskosten voor ambtelijke huisvesting en cultuur dalen. Mogelijk heeft dit te maken met de vele nieuwbouw;
  • De leegstand is nihil en de verkopen nemen af;
  • Huurders zijn wel tevreden over de antwoorden die ze krijgen maar niet over de snelheid waarmee ze gekregen worden.

Alles overziende is het gemeentelijk vastgoed niet vergelijkbaar met het commerciële vastgoed. Voor een deel is dit verklaren door de bijzondere gebruikers, voor een deel door de bijzondere vragen zoals de opvang van vluchtelingen. Aan de andere kant blijft het intrigeren waarom op sommige plekken dezelfde (commerciële) partijen elders meer huur kunnen betalen dan bij gemeente. Dat blijft de vraag oproepen of de gemeenten wel voldoende vragen.