Gemeentelijk Vastgoed Management

Rekenkamer moet aan de bak: onderzoek loont. #1 Utrecht

donderdag 11 mei 2023

Verduurzaming van het gemeentelijke vastgoed is momenteel bestuurlijk een hot item. Dat zou zich moeten vertalen in gemeentelijk onderzoek van rekenkamers. Dat is niet het geval. Hier gaan we kort in op wat er wel gebeurt en staan we stil bij het onderzoek in Utrecht.

Onderzoeken: Utrecht, Hilversum en Vlissingen

Gelet op de politieke belangstelling en urgentie zou men verwachten dat gemeenteraden de rekenkamers, een belangrijk onderzoeksinstrument voor de raad, vragen om dit soort onderwerpen te onderzoeken. Maar een blik op het overzicht van onderwerpen van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) laat zien dat de afgelopen jaren slechts enkele rekenkamers het onderwerp ‘vastgoed’ als onderzoeksonderwerp kozen. Dat waren Vlissingen (Vastgoed en accommodatiebeleid uit 2021), Hilversum (Nazorgonderzoek vastgoed uit april 2023) en Utrecht (Onbegonnen Werk, Onderzoek naar verduurzaming van gemeentelijk vastgoed uit 2022). Bij deze drie onderzoeken onderzocht de rekenkamer expliciet de energietransitie. Hier gaan we in op Utrecht.

Utrecht: beleid energietransitie onvoldoende

Utrecht gold lang als schoolvoorbeeld voor verduurzamen van gemeentelijk vastgoed. Zo was Utrecht een van de eerste die met de routekaart verduurzaming maatschappelijk vastgoed van de VNG aan de slag ging. Daar is in de praktijk minder van terecht gekomen, zo blijkt uit onderzoek van de Rekenkamer Utrecht[1]. Een aantal resultaten zijn:

  • Het doel was om 344 van de gebouwen van de gemeente energieneutraal te maken. De rekenkamer concludeert dat deze opgave nauwelijks van de grond komt. Tot nu toe zijn 2 gebouwen daadwerkelijk verduurzaamd, terwijl de bedoeling was om in 2023 57 panden te hebben aangepakt.
  • De rekenkamer constateert daarnaast dat deze opgave financieel en inhoudelijk onvoldoende onderbouwd is.  De gemeente kan niet aangeven hoe en in welke mate het geld dat extra is vrijgemaakt voor de zogenaamde Versnellingsopgave helpt om de onrendabele top af te dekken. De Rekenkamer zelf schat dat € 100 miljoen niet terug verdiend wordt. Dat is veel meer dan de toegevoegde middelen voor de Versnellingsoperatie.
  • De gemeente kan niet aangeven of, en zo ja, voor hoeveel gebouwen inmiddels verduurzamingsadviezen zijn opgesteld op basis waarvan het meerjarig onderhoudsplan per gebouw kan worden aangepast. Dat is ook nodig om zicht te krijgen op de extra investeringen die per gebouw nodig zijn om te verduurzamen.  Daarbij ontbreekt ook inzicht in de baten. Een tool om kosten en baten inzichtelijk te maken en investeringsbeslissingen te ondersteunen is na 5 jaar nog niet gereed.
  • Ook vindt de rekenkamer dat de gemeenteraad niet inzichtelijk wordt geïnformeerd over de planvoortgang en -realisatie.

Conclusie: veel werk aan de winkel

Utrecht zal niet op zichzelf staan. De resultaten in Hilversum en Vlissingen onderschrijven dit. Het is aan te bevelen dat de rekenkamers weer onderzoek gaan doen naar gemeentelijk vastgoed en naar de verduurzaming in het bijzonder. Zeker als we de klimaatdoelen willen halen.

 


[1] https://www.utrecht.nl/fileadmin/uploads/documenten/7.extern/Rekenkamer/20220221_Rekenkamerrapport_Onbegonnen_werk.pdf