Bodem

Overgangsrecht bodem: een aantal aandachtpunten

dinsdag 9 januari 2024

De inwerkingtreding van de Omgevingswet (OW) heeft heel wat voeten in de aarde gekregen. Maar sinds 1 januari is het zo ver. De gevolgen van deze wet zijn tot op de bodem uitgezocht. Letterlijk zelfs. Denk dan aan de Wet Bodembescherming (WBB), want deze wet is in de OW opgegaan.

Zorgplicht
Deze ‘overname’ betekende nogal wat veranderingen voor gemeenten in de praktijk. Een belangrijk aandachtspunt is hierbij de zorgplicht. Artikel 13 Wbb schreef een algemene zorgplicht voor, voor iedereen die ‘handelingen’ verrichtte op of in de bodem. Deze plicht moest voorkomen dat de nieuwe verontreinigingen en aantastingen van de bodem zouden ontstaan. Deze zorgplicht moest ook voor herstel van de aantastingen zorgen.

Artikel 13 Wbb is niet overgenomen in de Omgevingswet, maar blijft wel gelden voor nieuwe, niet-historische verontreinigingen die zijn ontstaan voor inwerkingtreding van de Omgevingswet (artikel 3.2a Aanvullingswet bodem). Toch komt de zorgplicht terug in de OW, namelijk in artikel 1.6, 1.7 en 1.7A.

Artikel 1.7 Ow omvat net als artikel 13 Wbb een verbod om te verontreinigen of aan te tasten, en een bestuursrechtelijk handhaafbare verplichting voor de veroorzaker om maatregelen te nemen om verontreiniging of aantasting ongedaan te maken.

Historische verontreinigingen
De term “Historische verontreinigingen” komt uit de Wbb. Dit waren verontreinigingen, die waren veroorzaakt voor 1 januari 1987. Bij ernstige historische verontreinigingen kon het bevoegd gezag besluiten dat deze met spoed gesaneerd moesten worden (de ‘beschikking ernst en spoed’). De Omgevingswet kent geen 'historische verontreinigingen' meer. Bij de Omgevingswet kan het voorkomen dat een ernstige historische verontreiniging wordt aangetroffen. Dit wordt nu beschouwd als 'toevalsvondst'. Artikel 19.9a OW reguleert deze ‘toevalsvondst.’[1]

Overgangsrecht
Een ander aandachtspunt is het overgangsrecht. Het overgangsrecht is van groot belang omdat bodemsaneringen een lange periode in beslag kunnen nemen en daardoor meerdere wettelijke regimes kunnen beslaan. Hoofdstuk 3 van de Aanvullingswet bodem bevat het overgangsrecht. Dit betreft de overgang van bepalingen in de Wet bodembescherming en het Besluit uniforme saneringen (BUS). Als het oude recht niet meer van toepassing is, verschuift bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet het bevoegd gezag van de provincies en de 29 grote gemeenten naar alle gemeenten. Er is dan sprake van een ‘warme overdracht’, waarbij provincies en gemeenten met elkaar afspraken (moeten) maken.
Artikel 3.1 van de Aanvullingswet bodem bepaalt dat het huidige regime van toepassing blijft op ernstige gevallen van verontreiniging en saneringen als al besloten is dat spoedige sanering noodzakelijk is of een saneringsplan is ingediend. Ook blijft het huidige recht van toepassing als een aanwijzing, verklaring, maatregel, beperking of bevel in de zin van de Wet bodembescherming is gegeven of als een plan voor gebiedsgerichte aanpak is opgesteld.

Volgens deskundigen is op dit moment bewust gekozen om geen vaste einddatum te bepalen voor het overgangsrecht. “De belangrijkste reden is nog onvoldoende informatie aanwezig om te voorspellen wat een passend en uitvoerbaar moment is om volledig over te gaan naar de Omgevingswet.”


[1] Memorie van Toelichting OW kamerstuk: 34864 nr. 3 blz. 77

Literatuur

  • De zorgplicht van artikel 13 Wbb onder de Omgevingswet: is sprake van een beleidsneutrale omzetting met een gelijkwaardig beschermingsniveau? Rosanne Bassie, in: Vastgoedrecht 2022-1
  • Het overgangsrecht voor de bodem onder de Omgevingswet; Rosanne Bassie, in: Vastgoedrecht 2022-5
  • Redeneerlijn en Q&A’s overgangsrecht; werkdocument, 30 augustus 2021, ministerie Infrastructuur en Waterstaat 2021; zie: file:///C:/Users/wille/Downloads/redeneerlijn-en-veelgestelde-vragen-overgangsrecht-wet-bodembescherming-202108.pdf
  • Betreft Toelichting overgangsrecht lopende bodemsaneringen Aanvullingswet bodem; 5 oktober 2023, brief aan colleges van provinciale staten en burgemeester en wethouders en

Omgevingsdiensten; ministerie van I&W