Gemeentelijk Vastgoed Management

Koppeling van WKO-systemen: als pilot Den Haag

dinsdag 17 mei 2022

De gemeente Den Haag, provincie Zuid-Holland en de Rijksoverheid gaan de komende jaren overheidsgebouwen in het centrum van de Hofstad verduurzamen. Een eerste concrete stap is een koppeling tussen twee rijksgebouwen om warmte en koude te delen.

De koppeling tussen de twee gebouwen op de Bezuidenhoutseweg B20 en B30 voor het delen van de warmte- en koudeopslag (WKO) uit de bodem, moet ervoor zorgen dat beide gebouwen energiezuiniger worden. Zo gaan de gebouwen namelijk energie besparen en meer schone energie gebruiken. Deze eerste stap is onderdeel van het programma EnergieRijk Den Haag (ERDH), waarin het Rijksvastgoedbedrijf, de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland hun vastgoed willen verduurzamen door beter gebruik te maken van de bestaande energiebronnen.

Als consortiumpartner van ERDH zijn de adviesbureaus Witteveen+Bos, Rebel, Twynstra Gudde en DWA uitgekozen om een plan te maken om overheidsgebouwen te verduurzamen, onder meer door warmte en koude te koppelen. “We merkten dat het WKO-systeem van B30 niet meer in balans was”, vertelt DWA-adviseur en docent bij Scobe Rik Altena. “B30 vroeg namelijk om meer warmte dan koude. Dat kwam mede doordat de serverruimte na een renovatie minder werd gebruikt dan de verwachting was. Hierdoor hoefde de ruimte minder te worden gekoeld en hield het gebouw koude over.” Die koude wordt nu toegepast in het naastgelegen gebouw B20, net als B30 eigendom van het Rijksvastgoedbedrijf, met dank aan een koppeling die binnenkort tussen beide gebouwen wordt aangelegd. De koude van B30 zorgt ervoor dat B20 een flink deel van zijn koeling niet meer zelf hoeft op te wekken met een koelmachine. In ruil voor het gebruik van de koude gaat er warmte van zo’n 17˚C van B20 naar B30. De warmte gaat in de WKO van B30 om deze in de winter weer te kunnen gebruiken.

Proefproject

Altena beschouwt de koppeling tussen B20 en B30 als een proefproject. “Technisch kan dit goed, maar het is een interessant vraagstuk hoe je dit bijvoorbeeld organisatorisch en juridisch aanpakt. Het voordeel van dit project is dat de gebouwen eigendom zijn van het Rijksvastgoedbedrijf. Als gebouwen verschillende eigenaren hebben, dan is het belangrijk om hierover goede afspraken te maken. Daarom gebruiken we dit project de komende jaren, om lessen te leren en ervaringen op te doen.” Ook voor andere gebouwen wordt verkend hoe een vergelijkbare koppeling kan zorgen voor een verduurzamingsslag, zoals tussen het Binnenhof, het complex van het Ministerie van Defensie en de gebouwen van het stadhuis van de gemeente Den Haag. “Het doel is dat alle overheidsgebouwen in het centrum van Den Haag in 2040 energieneutraal zijn”, legt Altena uit. “We merken dat in een dichtbebouwde stad als Den Haag de warmtevraag groter is dan het aantal beschikbare warmtebronnen. Door bijvoorbeeld WKO-capaciteit te delen of warmte- en koude-overschotten uit te wisselen, kunnen we meer gebouwen verduurzamen.”

Nieuwe regels nodig

Naast samenwerkingspartner en deelnemend gebouweigenaar is de deelname van de provincie Zuid-Holland aan Energierijk Den Haag ook als vergunningverlener van belang, vindt hij. “Het zou bijvoorbeeld mooi zijn als verschillende WKO-systemen gekoppeld mogen worden, of een kleiner gebouw kan meeliften op een WKO van een groter gebouw. Om dit mogelijk te maken, zijn nieuwe regels nodig. Nu zijn WKO-vergunningen nog gekoppeld aan één gebouw. Aangezien ook de provincie aan dit programma meedoet, kunnen we samen nadenken over mogelijke oplossingen.”

Auteur: Tim van Dorsten