Duurzame gebiedsontwikkeling

Rapport Remkes geeft beperkingen gebiedsontwikkeling

dinsdag 9 juni 2020

Het lijkt alweer even geleden. Onrust door de stikstofcrisis. Door corona lijkt de urgentie weggeëbd. Johan Remkes presenteerde maandag het rapport over het Nederlandse stikstofbeleid. De conclusie; het stikstofprobleem is urgenter dan ooit en doet veel stof opwaaien. Waar daalt het neer?

We hebben ze allemaal gezien. De satellietfoto’s die minder uitstoot laten nu we massaal thuiswerken. Probleem opgelost? Helaas niet! Deze foto’s schetsen maar een klein deel van het probleem. Minder verkeer zorgt weliswaar voor minder vervuiling, maar de hoeveelheid mest is onveranderd gebleven. ‘De coronacrisis is niet de uitweg voor het stikstofprobleem’, benadrukte de commissie maandag. ‘De abrupte afname van emissies van stikstofoxiden is naar verwachting tijdelijk en de ammoniakemissies van de landbouw zijn afgelopen maanden niet afgenomen. Als de economie straks weer op gang komt, is het van belang dat stikstof de ontwikkelingen niet onnodig hindert.’

Het advies is snoeihard. De stikstofuitstoot moet in 2030 zijn gehalveerd. Daarnaast moet er werk gemaakt worden van natuurherstel. En de vrijblijvendheid moet eraf. Het behalen van de natuurdoelen en de reductie van stikstofuitstoot moeten wettelijk worden vastgelegd en zo dus juridisch afdwingbaar worden.

Landbouw

Dat betekent dat in de agrarische sector de stikstofuitstoot nog veel verder teruggeschroefd moet worden. Met alleen maar vrijwillige regelingen lukt dat niet, benadrukt de commissie. ‘Soms is het nodig om gericht bedrijven uit te kopen die in de buurt van natuurgebieden voor de meeste uitstoot zorgen.’

Agractie, een organisatie die zich inzet voor de belangenbehartiging van de Nederlandse boer en onder meer initiatiefnemer van de boerenprotesten eind vorig jaar, heeft fel gereageerd op de conclusies van commissie-Remkes. Zij vinden dar er weinig oog is voor realiteit, haalbaarheid en perspectief en beloven dat ze zich scherp gaan inzetten om realiteitsbesef in Den Haag door te doen.

Bouwsector en gebiedsontwikkeling

De bouw is een jaar geleden hard getroffen na de uitspraak van de Raad van State. De vergunningverlening voor bouwactiviteiten viel hier en daar helemaal stil. Daarom pleit het Adviescollege voor een goed onderbouwde drempelwaarde, waarbij voor tijdelijke emissies tijdens bouwwerkzaamheden voldoende stikstofruimte beschikbaar is. Bouwend Nederland reageerde hier positief op en hoopt dat de drempelwaarde er snel is.

Verder stelt de commissie dat gemeenten en provincies een belangrijke rol vervullen in het waarmaken van deze plannen. Op basis van een gebiedspecifieke maatwerkaanpak moeten zij in kaart brengen wat de lokale opgaven zijn en uitwerken welke maatregelen en normen hierbij passen. Dit kan dan gelijk verwerkt worden in het omgevingsplan of programma.

Omgevingswet

Remkes gaat in dit verband ook helder in op het proces van vergunningverlening onder de Omgevingswet en doet dat overtuigend. Wat hij voorts aansnijdt is de wens om activiteiten die veel stikstof veroorzaken aan te pakken en niet primair te kijken naar de deposities. Geen toelatingsplanologie maar een verplichting om te verminderen, verwijderen en gebruik te maken van gebodsbepalingen die mogelijk zijn onder de Omgevingswet.

Blijft wel staan dat we in de gebiedsontwikkeling de kosten zoveel mogelijk moeten delen, zolang we nog te veel emissies uitstoten. Mogelijk is er een tijdelijke oplossing door het amendement dat het kamerlid Ronnes indiende op de Aanvullingswet Grondeigendom (okt 2019). Ontwikkelaars moeten een bijdrage leveren voor ruimtelijke kwaliteit, waaronder nadrukkelijk begrepen de aanpak van stikstofproblematiek.

Al met al geven de adviezen vanuit het rapport aardig wat beperkingen voor de gebiedsontwikkeling. Hoe krijgen we alle neuzen dezelfde kant op? Hoe snel kunnen we gebruik maken van de drempelwaarde? Wanneer gaan we over tot vergunningverlening? Als provincies en gemeenten eerst een plan moeten maken, wat doen we dan in de tussenliggende periode? Wordt vervolgd.

beeld: KNMI