Duurzame gebiedsontwikkeling

De Wet collectieve warmte: wat zijn de risico's volgens de RvS?

donderdag 25 april 2024

Op 22 april heeft de Raad van State advies uitgebracht over de Wet collectieve warmte. De Raad adviseert om de wet niet naar de kamer te sturen, omdat er grote juridische problemen en veel onduidelijkheden zijn. Hier staan we alleen stil bij enkele risico’s en juridische problemen. 

Gebundelde rechtsbescherming

De inzet van de wetgever is om maar op één moment bezwaar en beroep in te stellen ten aanzien van het besluit tot vaststelling van de warmtekavel en de aanwijzing aan een partij. De Afdeling is behoorlijk negatief over deze “gebundelde rechtsbescherming”. Hierbij kunnen zich gecompliceerde gevolgen voor doen, zoals (aanzienlijk) tijdsverloop dat kan zitten tussen de aanwijzing van een warmtekavel en de aanwijzing van het warmtebedrijf voor dat kavel. Er wordt niet ingegaan op wat deze gebundelde rechtsbescherming betekent voor betrokkenen bij de besluitvorming, zoals het voor een warmtekavel aangewezen warmtebedrijf of een concurrerend warmtebedrijf dat zelf ook belangstelling heeft voor dat warmtekavel. Kunnen zij met deze bundeling in alle mogelijke situaties tijdig rechtsbescherming krijgen? Het is de Afdeling niet duidelijk of deze systematiek in elk opzicht zal leiden tot effectieve rechtsbescherming voor betrokkenen bij besluiten tot vaststelling van een warmtekavel en tot aanwijzing van een warmtebedrijf.

Financiële risico’s

De Afdeling ziet een risico dat gebouweigenaren, gegeven hun keuzevrijheid om aan te sluiten of niet, in eerste instantie terughoudend zullen zijn om zondermeer aan te sluiten op een collectieve warmtevoorziening, zolang zij onzekerheden ervaren. Die onzekerheden kunnen bijvoorbeeld de aansluitmogelijkheden, de kosten daarvan en tariefontwikkelingen zijn. Het gevolg daarvan kan zijn dat het aangewezen publieke warmtebedrijf geconfronteerd wordt met (te) grote onzekerheden over het te behalen rendement.

In de tweede plaats bestaat het risico dat, wanneer wel eenmaal is besloten tot de aanleg van een nieuwe collectieve warmtevoorziening, het aantal aansluitingen in de loop van de rit een stuk lager blijkt te liggen dan waarvan van tevoren was uitgegaan. Dit kan (grote) nadelige financiële gevolgen voor de publieke aandeelhouder hebben.

Voor zover in een omgevingsplan regels zijn gesteld die in een bepaald gebied het gebruik van gas (op termijn) uitsluiten als warmtevoorziening en verwarming door een collectieve warmtevoorziening is aangewezen, dient een gebouweigenaar binnen een bepaalde termijn aan te geven het aanbod voor collectieve warmte niet te aanvaarden (de opt-outregeling). Hiermee is de keuzevrijheid van gebouweigenaren beperkt.

Weliswaar zijn de risico’s aanwezig, maar alle risico’s zijn ook voor private partijen. 

Juridisch risico’s

In aansluiting op het voorgaande wijst de Afdeling erop dat bij eventuele bestuurlijke keuzes van publieke aandeelhouders om aanzienlijk financieel bij te dragen en/of tegenvallende resultaten op te vangen, rekening moet worden gehouden met de staatssteunregels en het beginsel van marktconformiteit. De overheid dient zich als aandeelhouder van en investeerder in een onderneming in beginsel te gedragen zoals een private partij in vergelijkbare economische omstandigheden zou doen. Niet-marktconforme selectieve begunstiging met staatsmiddelen levert potentieel een aanmeldingsplichtige steunmaatregel op.