Duurzame gebiedsontwikkeling

Verstandig voorstel: helft warmtenetten naar publiek? Lessen uit de gebiedsontwikkeling.

dinsdag 8 november 2022

Minister Jetten heeft een voorstel naar de Kamer gestuurd, waarin staat dat binnen 7 jaar tenminste de helft van een warmtenet in publieke handen moet zijn; of in handen van een door de overheid gecontroleerde onderneming. Dit omdat een warmtenet vitale infrastructuur is. Dat heeft dus enerzijds te maken met het voorkomen van Chinese of Russische invloed. Bovendien wenst de overheid de monopoliepositie van de energiebedrijven te doorbreken die de bron, de leiding en de warmte in handen hebben. Private partijen als Vattenfall reageerden boos en zijn voornemens de investeringen in warmtenetten stil te leggen.

De vraag is of het nou zo erg is als Vattenfall niet meer investeert. HVC met 100% publieke aandeelhouders doet het ook goed. Bovendien is het technisch mogelijk om meerdere aanbieders van warmte -net als bij elektriciteit- gebruik te laten maken van de netten. Dat privaat dan niet meer de bron, het warmtenet en warmte in handen heeft lijkt vanuit de consument gezien alleen maar beter en voorkomt het monopolie.

De reactie van Hans Otten van Fakton Energy  hierop is als volgt “het is goed dat er duidelijkheid komt voor publieke en private organisaties om hier beleid op aan te passen. Het is echter wel vreemd dat het weer een keuze is in hoeverre het net publiek wordt geëxploiteerd. Ik zag liever een verplichte samenwerking. Zowel publiek als privaat krijgen het moeilijk om autonoom  aan de opgave invulling te geven. De samenwerking tussen beiden is hard en hard nodig.“

Als Otten bedoelt dat beiden ca. de helft van de aandelen of het eigendom moeten hebben, dan vraag ik me af of dit wel zo verstandig is. Als Otten bedoelt dat het éne deel van het net in handen is van privaat en een ander deel van publiek dan geef ik hem groot gelijk. Gelet op de ervaringen in de gebiedsontwikkeling met gezamenlijke grondexploitatiemaatschappijen (GEMmen) weten we dat de overhead van een GEM door de governance veel hoger is dan van een publieke of private grondexploitatie. Voor de consument is het beter om een model te hebben dat zich kenmerkt door living-apart-together. De overheid en de  private partijen stemmen dan af over bijvoorbeeld de tarieven. Dit zal voor de consument voor de minste overhead zorgen en zorgt er voor dat er een balans is tussen publiek en private investeringen.