- Opleidingsaanbod
- Planeconomie & Vastgoedrecht
- Duurzame gebiedsontwikkeling
- Bodem
- Asset Management Gemeentelijk Vastgoed
- Woningcorporaties
- Incompany Trainingen
- Losse masterclasses
- Nieuws
- Scobe Academy
- Contact en route
Planeconomie & Vastgoedrecht
Samenvatting rapport “Op grond kun je bouwen” - IBO woningbouw en grond
maandag 15 juli 2024
Als onderdeel van het Interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) “Op grond kun je bouwen”[1] van 21 juni zijn de planbatenheffing en grondbelasting onderzocht. Mona Keijzer heeft tijdens de eerste weken van het nieuwe kabinet al aangegeven niet tegen een planbatenheffing te zijn. Tijd om de zaken wat uit te werken aan de hand van het onderzoeksrapport[2].
Planbatenheffing
De planbatenheffing is een heffing over het waardesurplus: het verschil tussen de waarde van grond waarop mag worden gebouwd en de waarde van die grond bij de functie (bestemming) die het daarvoor had. Het is in feite een vorm van financiële bijdragen/kostenverhaal zoals we dat onder OW kennen. Een deel van de verplichte financiële bijdrage zou dan sneuvelen (sic).
Er zou aldus het onderzoek landelijk een vast minimum en maximum tariefpercentage moeten komen, wat verwerkt wordt in het omgevingsplan. Er zou voorts niet een één op één relatie worden gelegd met de werken in en om een plangebied. Dit is in tegenstelling van het hooflijnenakkoord dat de partijen ten tijde van de coalitievorming hebben opgesteld. Daar moeten de heffingen weer terugvloeien naar de wijk[3].
De heffing is eenmalig en zou geheven moeten worden voor start bouw. De heffing zelf wordt geïnd middels een beschikking ,zo is het idee.
Grondbelasting
Het onderzoek onderscheidt twee varianten van een grondbelasting: een algemene grondbelasting op alle grond en een belasting op onbebouwde grond. Beide heffingen zouden jaarlijks zijn.
De opbrengst van een algemene grondbelasting (met hogere tarieven dan de huidige ozb) kan gemeenten helpen bij de bekostiging van bepaalde investeringen. Een algemene grondbelasting belast alle grond en kan worden ingebouwd in de bestaande onroerendezaakbelastingen (ozb). Aangezien ozb een generieke heffing is raakt het alle gronden inclusief de bebouwde, maar ook in de ozb uitgezonderde gronden, als landbouwgronden. Het idee is dan de huidige ozb te splitsen in een deel grond en een deel opstal en dat nog aan te vullen met een regeling over gronden die thans nog zijn uitgezonderd van ozb-heffing.
Een andere mogelijkheid is alleen belasting te heffen voor (uit te geven) gronden die nog onbebouwd zijn. De belasting zal uiteraard hoger zijn dan bij een generieke heffing. Het rapport spreekt zich niet uit over een voorkeur. Toch lijkt het ons redelijker om uit te gaan van de tweede variant, omdat dit beter aansluit op een van de doelen van deze belasting: namelijk het tegengaan van speculatie met onbebouwde grond.
[1] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2024Z11092&did=2024D26412
[2] Mogelijkheden voor invoering van een planbatenheffing en een grondbelasting ter bevordering van de woningbouw. ESBL en COELO: mei 2024.
[3] HOOP, LEF EN TROTS - Hoofdlijnenakkoord 2024 – 2028 van PVV, VVD, NSC en BBB