Planeconomie & Vastgoedrecht

Geen exploitatieplan; wel bestemmingsplan voor 1-1-2024 in procedure: wat nu?

vrijdag 15 augustus 2025

Het betreft hier een casus waarbij geen exploitatieplan, maar wel een bestemmingsplan voor 1-1-2024 in procedure is gebracht. Dat wordt waarschijnlijk eind van het jaar vastgesteld. Daar zou nu alsnog een exploitatieplan bij moeten komen, omdat het kostenverhaal nog niet voor alle kostenverhaalsplichtige bouwplannen is geregeld. De vraag is of alsnog een exploitatieplan in procedure kán worden gebracht.

Procedure nog mogelijk?

Omdat het ontwerp exploitatieplan niet voor inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd, zou geconcludeerd kunnen worden dat er geen exploitatieplan-procedure meer gevoerd kan worden nu de Omgevingswet in werking is getreden. Dat zou tot gevolg hebben dat ook het bestemmingsplan niet meer kan worden vastgesteld.

Er zijn echter sterke aanwijzingen voor een andere uitleg.

Eerste argument

Het eerste argument is dat in de volgende memorie van toelichting van de Invoeringswet Omgevingswet de term ‘het oude recht’ ruim moet worden geïnterpreteerd, gezien de doelen van het overgangsrecht in de Omgevingswet, zoals rechtszekerheid, waaronder ook de eerbiedigende werking moet worden geschaard.

“Met het ‘oude recht’ wordt zowel de inhoudelijke als de procedurele bepalingen bedoeld die op besluiten van toepassing zijn.”[1] Daarna wordt opgemerkt dat het voor alle partijen betrokken bij de besluitvorming (inclusief de bestuursrechter) het meest overzichtelijk is als de ‘spelregels’ niet tussentijds worden gewijzigd, ongeacht de fase waarin de besluitvorming zich op de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet bevindt.

“Een goed voorbeeld is de ‘reactieve aanwijzing’ genoemd in artikel 3.8, tweede lid, Wro. Voor zo’n aanwijzing wordt dus niet voorzien in afzonderlijk overgangsrecht: die aanwijzing lift met de eerbiedigende werking voor het ‘oude recht’.[2]

Ook de toelichting op artikel 4.15 wijst in die richting. “Deze bepaling bevat een aanvullende regeling op afdeling 4.1 waarin het overgangsrecht is geregeld voor nog in behandeling zijnde aanvragen om een omgevingsvergunning, waarop nog niet onherroepelijk is beslist. Voor die aanvragen kan de situatie zich voordoen dat bij inwerkingtreding van paragraaf 5.1.2 van de Omgevingswet of afdeling 4.2 van het Omgevingsbesluit de bevoegdheid om te beslissen op de aanvraag overgaat op een ander bevoegd gezag, dan waar de aanvraag is ingediend. Afdeling 4.1 regelt dat het «oude recht» op die aanvraag van toepassing blijft en daartoe behoort ook de oude aanwijzing van het bevoegd gezag.”[3]

In de jurisprudentie is deze ruime uitleg van het oude recht ook aanvaard. Een ruime uitleg betekent dat alle noodzakelijke vervolgstappen in de procedure om te komen tot een bestemmingsplan genomen moeten kunnen worden met toepassing van het oude recht. Daartoe behoort ook de procedure van een exploitatieplan. Het exploitatieplan is weliswaar een zelfstandige planfiguur, maar is altijd gekoppeld aan een planologisch besluit. Als het planologisch besluit niet wordt genomen, kan een exploitatieplan nooit van kracht worden.

Tweede argument

Het tweede argument betreft het feit dat als er geen exploitatieplan kan worden vastgesteld, er ook geen bestemmingsplan kan worden vastgesteld. Als er in dit geval geen exploitatieplan mogelijk zou zijn, kan het bestemmingsplan niet meer worden vastgesteld. Dat ondermijnt de toepassing van artikel 4.4 van de Invoeringswet dat inhoudt dat als een ontwerp bestemmingsplan voor 1-1-2024 ter inzage is gelegd de procedure van het bestemmingsplan kan worden afgemaakt met toepassing van het oude recht.

Overigens zou geen enkel bestemmingsplan dat voorziet in voor kostenverhaal aangewezen bouwplannen meer kunnen worden vastgesteld als het overgangsrecht beperkt wordt uitgelegd. Ook als bij zo’n bestemmingsplan het kostenverhaal al geregeld is, zodat geen exploitatieplan nodig is, moet de raad immers bij vaststelling van het bestemmingsplan besluiten om af te zien van het vaststellen van een exploitatieplan. En dat besluit kan de raad alleen nemen als er nog een juridische bevoegdheid bestaat om het exploitatieplan vast te stellen.

Conclusie

Artikel 4.4 van de Invoeringswet bevat overgangsrecht voor de situatie waarin een ontwerp bestemmingsplan in procedure is gebracht voor inwerkingtreding van de Invoeringswet Omgevingswet. Dan blijft het oude recht van toepassing. Dat oude recht moet ruim worden uitgelegd. Het exploitatieplan kan daar ook onder vallen.

Bovendien kan het bestemmingsplan niet worden vastgesteld zonder exploitatieplan

De gemeente heeft dus voldoende argumenten om een exploitatieplan in procedure te brengen.

Uiteraard zal -als het zover komt- de Raad van State het laatste woord hebben.

Drs Hendrik van Sandick: Van Sandick Advies

Literatuur

[1] Memorie van toelichting Invoeringswet Omgevingswet, p. 449.

[2] Memorie van toelichting Invoeringswet Omgevingswet, p. 461

[3] Memorie van toelichting Invoeringswet Omgevingswet, p. 486-487