Woningcorporaties

Parteon verbindt via koppelingen wonen met maatschappelijke opgaven

woensdag 15 oktober 2025

Woningcorporatie Parteon uit de Zaanstreek kiest bewust voor een integrale aanpak van maatschappelijke uitdagingen. In plaats van losse projecten voor verduurzaming, nieuwbouw of leefbaarheid, zoekt Parteon naar slimme combinaties—zogeheten koppelkansen—die bijdragen aan klimaatadaptatie, biodiversiteit, gezondheid en bestaanszekerheid. In haar projecten bekijkt Parteon daarom ‘het gebouw’ in samenhang met de plek in de buurt en de verschillende opgaven die daarop afkomen.

Koppelkans: optoppen       

Parteon stelt dat de maatschappelijke opgaven groot zijn. De corporatie voelt zich daarom  medeverantwoordelijk voor de energietransitie, biodiversiteitsverlies, gezondheidsverschillen en bestaanszekerheid. De woningcorporatie staat tegelijk voor een enorme woningbouw- en renovatieopgave. Parteon kiest derhalve voor een integrale benadering. “Dan zie je de raakvlakken tussen de verschillende opgaves in je complex of gebied en kun je ze combineren.” [1] Deze uitdagingen op elkaar afstemmen is een opgave op zich en het vraagt veel van de organisatie om opgaven in samenhang op te pakken.

Een concreet voorbeeld van een ‘koppelkans’ is het optoppen van bestaande flats: een ruimtelijk efficiënte manier om woningen toe te voegen zonder nieuwe infrastructuur aan te leggen. Hoewel deze methode duurder is dan bouwen op lege kavels, biedt het volgens Parteon “meerwaarde op lange termijn” doordat het bijdraagt aan een gevarieerde woningvoorraad, zorgt voor doorstroming en voor een ‘veerkrachtiger’ wijk.

Natuurlijke oplossingen

Bij klimaatmaatregelen kiest Parteon voor natuurlijke oplossingen. In plaats van technische installaties worden bijvoorbeeld bomen ingezet om regenwater op te vangen. “Een boom is goedkoper dan een wadi en levert meer op,” aldus Thomas Möhring, de coördinator klimaatadaptief en natuurinclusief. Deze keuzes versterken niet alleen het milieu, maar ook de gezondheid en het welzijn van bewoners.

Total Cost of Ownership

De organisatie werkt met het principe van Total Cost of Ownership (TCO), waarbij investeringen worden beoordeeld op hun lange termijnwaarde. Als voorbeeld wordt de keuze voor een groen dak genoemd. “Als je alleen naar de investeringskosten kijkt, dan is het prijzig. Maar als je je realiseert dat zo’n dak wel 40 in plaats van 25 jaar meegaat, dan is het een slimme investering,” aldus asset manager Daniel de Jong. Toch zit er ook voor corporaties een grens aan hoeveel ze jaarlijks kunnen investeren. De Jong: “Dus moeten we slimme oplossingen bedenken, en opgaven slim koppelen. De ruimte kun je maar één keer inrichten en elke euro kun je maar één keer uitgeven.” Daarbij is samenwerking cruciaal: “We willen dat bewoners zich herkennen in de plannen. Dat vraagt om heldere communicatie en het voorkomen van tegenstrijdige signalen.”

Eenduidige communicatie

Toch is de weg naar integrale oplossingen niet zonder obstakels. Beleidsverschillen tussen gemeenten en onzekerheden rond energiekosten maken het soms lastig om plannen uit te voeren. Parteon erkent dat: “We weten bij verduurzaming niet altijd vooraf wat het betekent voor bewoners. Dat maakt het lastig om goed te communiceren.” Hij benadrukt nogmaals het belang van integraal werken en van een eenduidig verhaal naar huurders.

Oproep

De Jong eindigt met een oproep aan collega-corporaties: “We hebben elkaar nodig om de woningvoorraad toekomstbestendig te maken. Deel kennis, ontwikkel creatieve oplossingen en werk samen aan een betere leefomgeving.” Hij roept andere corporaties op ook hun rol te pakken. 

Literatuur