- Opleidingsaanbod
- Planeconomie & Vastgoedrecht
- Duurzame gebiedsontwikkeling
- Bodem
- Asset Management Gemeentelijk Vastgoed
- Woningcorporaties
- Incompany Trainingen
- Losse masterclasses
- Nieuws
- Scobe Academy
- Contact en route
Planeconomie & Vastgoedrecht
Intensiever gebruik bestemming valt onder ‘afwijking Wvg’
donderdag 29 augustus 2024
De gemeente Arnhem wil bij de Spoorzone Arnhem-Oost de bebouwing intensiveren. Via artikel 2 en 5 Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) besluit de Raad om het gebied aan te wijzen als gronden waar de Wvg van toepassing is. Is Wvg vestigen voor het realiseren van dezelfde functie wel mogelijk?
Argumenten bezwaarden
Een aantal wooneigenaren tekent een beroep aan. Ze menen dat de Raad niet bevoegd is tot het vestigen van een voorkeursrecht omdat het huidige gebruik niet afwijkt van de toegedachte bestemming, namelijk ‘wonen’.
Pro-argumenten:
- Verder vinden ze dat het gebied van circa 6,63 hectare qua omvang te beperkt is om 500 tot 1.000 woningen te kunnen bouwen. Zelfs bij totale sloop van 70 bestaande woningen en nieuwbouw van alle aanwezige opstallen zouden volgens eisers slechts zo’n 330 nieuwe woningen gebouwd kunnen worden. Dan zou er geen sprake zijn van intensivering van het gebruik en er zou ook geen sprake zijn van afwijkend gebruik.
- De bezwaarden zien verder niet in waarom nu al een voorkeursrecht moet worden gevestigd als het niet eens zeker is of het beoogde aantal woningen kan worden gerealiseerd.
- Er is geen volwaardige afweging van het algemene belang vs. het individueel belang. In de belangenafweging overschaduwt het ‘te ambitieuze algemene belang om nieuwe woningen te willen realiseren namelijk het individuele belang van eisers. Dan wordt een onrechtmatige inbreuk gemaakt op het woongenot en is de belangenafweging onevenredig.”
Tegenargumenten
- Bij de parlementaire behandeling van de Wvg is gezegd dat als de nieuwe bestemming voorziet in een vergelijkbaar, maar intensiever gebruik dan het bestaande, zal ook van een afwijkend gebruik kunnen worden gesproken.
- Volgens de Afdeling Bestuursrechtspraak brengt de systematiek van de Wvg met zich mee -dat wanneer het voorkeursrecht wordt gebruikt- het veelal onzeker zal zijn of de geplande (her)ontwikkeling feitelijk zal kunnen worden gerealiseerd. Deze onzekerheid verhindert niet het gebruik van de bij wet gegeven bevoegdheid tot het vestigen van een voorkeursrecht aan de gemeenteraad.
- De vestiging van het voorkeursrecht leidt niet tot ‘onevenredige gevolgen voor eisers. Deze vestiging is een beperkte inbreuk op het eigendomsrecht.’
Uitspraak
De vestiging van het voorkeursrecht heeft niet tot gevolg dat eisers als eigenaars van de woningen niet langer het hun toekomende eigendomsrecht zouden kunnen uitoefenen, maar uitsluitend dat zij bij het overgaan tot vervreemding eerst de gemeente in de gelegenheid moet stellen de woning te kopen. De beroepsgrond slaagt daarom niet. Eisers hadden het kunnen weten!
Literatuur
1. Wvg ECLI:NL:RBGEL:2024:2469.
2. Handreiking grondeigendom Omgevingswet (Hoofdstuk 3 Vestiging Voorkeursrecht) zie: 73509-bzk-ads-handreiking-grondeigendom_tgpdfa.pdf
Andere vergelijkbare rechtelijke uitspraak: ECLI:NL:RBOBR:2023:4450, Rechtbank Oost-Brabant, 22/2093 en 22/2111 (rechtspraak.nl)
Betreft: Beroep tegen een besluit van de raad van de gemeente Eindhoven van 25 januari 2022 om het voorkeursrecht te vestigen op verschillende percelen in “de Spoorzone” van station Eindhoven Centraal. Voorkeursrecht is gevestigd met het oog op de ontwikkeling van de Spoorzone/Fellenoord/Knooppunt XL.