Sterren kijken

maandag 29 oktober 2018

“We gaan de nacht weer in!”. Met deze zin nam mij oma steevast afscheid na haar verjaardag. Niet omdat het weer eens laat was geworden, maar omdat de donkere wintertijd weer in aantocht was. En dat terwijl ze jarig was op 21 juni…

Op zich had ze gelijk. Direct na 21 juni worden de dagen inderdaad weer korter. Maar als kind dacht ik alleen maar aan de zomer die ging komen. Gevoelsmatig werden de dagen juist alleen maar langer, in ieder geval kon ik er langer van genieten. Het was tenslotte bijna zomervakantie! Ik beschouwde mijn oma dan ook als een raspessimist.

In de gebiedsontwikkeling herkennen we ook een cyclus van lichte en donkere dagen.  Na een aantal jaren met geweldige marktontwikkelingen, waarbij de grondexploitatiebomen tot in de hemel groeien, volgt steevast een slechtere periode. Een recessie, of een crisis zo u wilt. Hoewel er wel eens wordt beweerd dat een cyclus meestal zo’n zeven jaar duurt, kun je er niet (zoals mijn oma) de klok op gelijk zetten.

Er gaan wel eens stemmen op om in een grondexploitatie standaard één recessie mee te nemen. Eén moment van opperste duisternis. Eén moment waarop het maar nauwelijks licht wordt. Eén 21e december. Maar wanneer neem je die dan op? En moet er dan ook niet een 21e juni in?

Op dit moment leven we weer in een hausse. In een groot deel van Nederland gaat het weer goed met de grondexploitaties. Maar ze zijn er wel: de mensen die waarschuwen dat dit nooit lang goed kan gaan, dat een volgende crisis niet uit kan blijven. Mensen die nu al zeggen: “We gaan de nacht weer in!”. Maar zijn dit werkelijk de raspessimisten of veeleer de realisten?

Ik lijk niet op mijn oma. Ik ben eerder een rasoptimist. Zelfs midden in de donkerste nacht zie ik nog wel een lichtpuntje.

Want ook dat is waar: hoe donkerder het is, hoe beter je de sterren kunt zien. Als het echt donker is, kun je prachtige sterrenhemels waarnemen. U kent ze vast wel van vakanties in het buitenland. In Nederland moeten we één keer per jaar een avond alle lichten uitdoen om die sterren überhaupt te kunnen zien. We maken het met z’n allen gewoon te licht en overschreeuwen de duisternis.

Ook daarvan zien we volgens mij iets terug in de gebiedsontwikkeling. Er zijn periodes waarin het met elkaar gewoon te licht maken. Zo licht, dat we de echte lichtpuntjes niet meer zien en al helemaal niet hoeveel dat er in werkelijkheid zijn. Ik zie er dan ook niets in om standaard een recessie op te nemen in een grondexploitatie. Laten de planeconomen gewoon met beide benen op de grond blijven staan en in ieder geval niet alle lampen aanzetten.

Gaan we de nacht weer in? Wie weet. Maar laten we dan eens wat vaker naar de sterren gaan kijken…!

Theo Ram geeft op 6 november de eerste masterclass van de opleiding Planeconomie & Vastgoedrecht