Het bestemmingsplan als belemmering voor economische ontwikkeling? Kom nou.

maandag 13 november 2017

Door Hendrik van Sandick (Van Sandick Advies)

Een van de hardnekkigste aannames over ruimtelijke ordening is dat het de economische ontwikkeling belemmert. Volgens die veronderstelling houden bestemmingsplannen allerlei gewenste ontwikkelingen tegen. Bestemmingsplannen zouden ook hebben bijgedragen aan de economische crisis. Klopt deze stelling?

Het is een feit dat de meeste bestemmingsplannen in Nederland conserverend van aard zijn. Maar aanpassing van bestemmingsplannen of afwijking daarvan voor nieuwe initiatieven is schering en inslag in de Nederlandse praktijk. Het bestemmingsplan biedt slechts de rechtszekerheid over wat er in ieder geval wel mag. Het biedt zeker niet de zekerheid dat de eigenaar of buurman geen nieuwe mogelijkheden krijgt. Dus het conserverende karakter moet met flinke een korrel zout genomen worden.

door Hendrik van Sandick, Van Sandick Advies

Een van de hardnekkigste aannames over Bestemmingsplannen is dat het de economische ontwikkeling belemmert. Volgens die veronderstelling houden bestemmingsplannen allerlei gewenste ontwikkelingen tegen. Bestemmingsplannen zouden ook hebben bijgedragen aan de economische crisis. Klopt deze stelling?

Het is een feit dat de meeste bestemmingsplannen in Nederland conserverend van aard zijn. Maar aanpassing van bestemmingsplannen of afwijking daarvan voor nieuwe initiatieven is schering en inslag in de Nederlandse praktijk. Het bestemmingsplan biedt slechts de rechtszekerheid over wat er in ieder geval wel mag. Het biedt zeker niet de zekerheid dat de eigenaar of buurman geen nieuwe mogelijkheden krijgt. Dus het conserverende karakter moet met flinke een korrel zout genomen worden.

Als we inzoomen op bestemmingsplannen valt nog wat op. Voor bestaande woongebieden gelden veelal conserverende plannen, maar daar zijn weinig ontwikkelingen aan de orde. Bestemmingsplannen bieden trouwens tegenwoordig veel ruimte voor bedrijvigheid aan huis. Voor bedrijventerreinen gelden meestal zeer globale plannen. En voor terreinen waar een transformatie wenselijk bieden gemeenten vaak ruime mogelijkheden. De afgelopen vijftien jaar zijn er 500.000 woningen gebouwd binnen de steden; al dan niet met conserverende bestemmingsplannen.[1]

De echte belemmering zit in het buitengebied. Daar laten gemeenten, gesteund door provincie en Rijk, vrijwel geen nieuwe stedelijke ontwikkelingen toe. Wel krijgen agrarische bedrijven de ruimte. Voor nieuwe bedrijventerreinen en woonwijken is een goede onderbouwing nodig. Die moet de toetsing aan de ladder van duurzame verstedelijking doorstaan. En terecht, want we willen ons land niet verder laten dichtslibben. Ook vergt bouwen in Nederland een lange voorbereiding. Als er geen MER nodig is, beslaan de voorbereiding en de procedure al gauw drie jaar. En het bouwrijp maken duurt vaak ook een à twee jaar.  

Maar de vraag is, is het allemaal zo erg? Voor degene die iets wil ontwikkelen wat niet is toegestaan natuurlijk wel; maar voor de BV-Nederland is het nog maar de vraag. Er is nog steeds een overschot aan bedrijventerreinen, winkels staan leeg en met de kantorenmarkt gaat het ook nog niet zo hard. Allen voor woningbouw is het lastiger. Volgens het onderzoek ‘investeren in de Nederlandse woningmarkt’ van het EIB uit 2016 wordt in veel provincies in 2025 wel een tekort aan woningen verwacht.[2] De capaciteit zal achterblijven bij de groei van het aantal huishoudens.

De conclusie mag dus luiden dat er bij bedrijventerreinen, kantoren en winkels geen tekort is, en ook niet te verwachten is en dat het misschien wel prettig is dat de procedures wat lang duren. Voor Wonen zou een versnelde procedure wel op zijn plaats zijn. De nieuwe Minister kan hier alvast mee aan de slag in een experiment in het kader van de Crisis en Herstelwet. Dat lijkt me een goed voorstel.


[1]  Claassens, J., Koomen, E. (2017) Steden blijven verdichten. ROm 35(9): 18-25.

[2] Zie ook het rapport ‘staat van de woningmarkt 2016’, Kamerstukken II 2016/17, 32847, nr. 282, bijlage.