Bodem

Fryslân: Sûnder of mei feangebieten? Dat is in saak!

donderdag 20 april 2023

Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân willen water en bodem sturend maken in de ruimtelijke inrichting. Het water- en bodemsysteem loopt namelijk tegen zijn grenzen aan. Dat blijkt uit de ontwerpvisie 'Fryslân klimaatbestendig 2050+'. In het kort enkele aandachtspunten in dit verhaal van een provincie. Het is de Friese invulling van de beleidsbrief bodem en water-sturend. Dat hebben we nog niet bij alle provincies gezien.

Aandachtspunten

In de provincie spelen veel problemen in het gebruik van water en bodem. We pakken er een paar uit:

  • Het wordt steeds lastiger om het veengebied droog genoeg te houden voor verschillende functies; het verdwijnen van veen zorgt voor een toename van kwel vanuit de boezem en vanuit de ondergrond.
  • Door de bodemdaling nemen de grondwaterstromen vanuit de zandgronden toe en vanuit het kleigebied. Daardoor dalen grondwaterstanden in de zandgronden en trekt de diepe zoute grondwaterstroom verder Friesland in.
  • Frequentere en hevigere perioden van wateroverlast en hittestress in bebouwd gebied.

Leidende principes

De Ontwerpvisie heeft een aantal leidende principes om deze problemen aan te pakken. Deze zijn:

Ten eerste: In 2050 zijn de veenoxidatie, bodemdaling en CO2 -uitstoot in de veengebieden nagenoeg gestopt. Behoud van de veenbodem is namelijk van groot belang voor het hele grondwatersysteem van Friesland. Zo wordt de verdrogende invloed van het veengebied op de zandgronden beperkt en de instroom van zout grondwater vertraagd. Hoe? Onder meer door:

  • Stop op peilverlagingen.  Op de korte termijn worden geen peilverlagingen meer uitgevoerd.
  • Peilverhoging. Door peilopzet tot aan de onderkant van het kleidek verhogen we de grondwaterstand. Hiermee wordt het veen onder het kleidek natgehouden en dit heeft geen effect op het maaiveld, waardoor de peilverhoging makkelijk te realiseren is.
  • Meer ruimte voor water, met name in de polders. Het verlies aan berging door verhoogde grondwaterstanden kan opgevangen worden door lage delen in de polders te benutten voor waterberging in natte perioden.
  • Regenwater vasthouden en minder inlaten vanuit het IJsselmeer.

Ten tweede: Het automatisme dat we het hele jaar op waterinlaat kunnen rekenen op het IJsselmeer als onze nationale regenton kan veranderen. Het is belangrijk dat lange periodes met droogte kunnen worden opgevangen in de gebieden zelf.

Op de derde plaats: De bodemvitaliteit verbetert door in te zetten op herstel, behoud en verbetering van de chemische en biologische bodemkwaliteit; die maatregelen bevorderen het watervasthoudend vermogen en de biodiversiteit.

Ten vierde: De waterkwaliteit verbetert; dit is essentieel voor herstel van natuurwaarden en biodiversiteit, de landbouw en de recreatie; dergelijke kracht moeten we blijven benutten.

Op de vijfde plaats: Het waarborgen van waterveiligheid via het meerlaagsveiligheid principe (robuuste primaire keringen, toekomstbestendige ruimtelijke inrichting, adequate crisis- en risicomanagement).

Tenslotte: de veranderingen in het klimaat en het watersysteem maken het aantrekkelijker om te experimenteren met wonen op het water. Of met het waterrobuust bouwen van woningen (op een bodemniveau dat hoog genoeg is) in combinatie met uitbreiding van de boezem.