Bodem

Waterschap Limburg verzet zich tegen 5kg PFAS vergunning

dinsdag 16 september 2025

Waterschappen hebben samen met gemeenten, de Provincie en Rijkswaterstaat de taak om de kwaliteit van het oppervlaktewater te waarborgen. Hieruit kan vervolgens zuiver drinkwater worden geproduceerd. Dit is een van de belangrijkste doelstellingen binnen de Kaderrichtlijn Water (KRW). Toch lijkt er nu sprake te zijn van een figuurlijke contradictio in terminis.

Zienswijze Waterschap

Waterschap Limburg is dan ook verbaasd over het voornemen van de Provincie om het ontwerpbesluit van de Omgevingsdienst Zuid-Limburg goed te keuren, waarin een verhoging van de jaarlijkse lozing van circa 125 gram naar 5 kilogram PFAS door afvalverwerkingsbedrijf CFS B.V. in Weert wordt toegestaan. [1] Het waterschap heeft hierover onlangs een zienswijze ingediend. [2] Dergelijke lozingen hebben volgens het waterschap een negatieve invloed op de beschikbaarheid van schoon en gezond water. De gezondheid van de leefomgeving en de samenleving komt door deze omgevingsvergunning verder onder druk te staan. PFAS is immers sinds oktober 2024 aangemerkt als een Zeer Zorgwekkende Stof, die in de natuur niet afbreekt. Het waterschap maakt algemene en inhoudelijke bezwaren.

1. Algemene bezwaren

  • Volgens het waterschap is bronaanpak de meest doelmatige strategie voor de gehele maatschappij. “In deze casus wordt volgens het ‘vervuiler betaalt’-principe slechts de helft van het probleem aangepakt, tegen een fractie van de kosten. De andere helft van het probleem komt terecht bij de maatschappij.”
  • Het waterschap wil de lasten niet afwentelen op andere belanghebbenden, gebieden of toekomstige generaties. “Door PFAS-lozingen op het riool toe te staan, wordt het probleem afgewenteld op het milieu, de drinkwaterproductie en uiteindelijk op de inwoners.”
  • De lozing van CFS komt via het riool en het kanaal uiteindelijk terecht in de Maas, waaruit drinkwater wordt gewonnen. “De extra toevoeging van deze significante PFAS-lozing heeft een grote impact op de drinkwaterproductie in Nederland. Dat vinden wij onaanvaardbaar.”

2. Inhoudelijke bezwaren

  • CFS past onvoldoende de Best Beschikbare Techniek (BBT) toe om PFAS uit het afvalwater te verwijderen. De verwijderingsgraad is maximaal 55% en voldoet niet aan de eisen van BBT.
  • Daarnaast kan CFS niet nauwkeurig aangeven welke stoffen het afvalwater bevat. Dit is onacceptabel, aangezien het bedrijf zelf bepaalt welke afvalstromen het inneemt en verwerkt. Volgens de geldende milieuwetgeving is CFS wettelijk verplicht om inzicht te geven in de aard en samenstelling van de te lozen stoffen.
  • Het ontwerpbesluit voldoet niet aan de eisen van artikel 3:2 (zorgvuldige voorbereiding) en artikel 3:46 (deugdelijke motivering) van de Algemene wet bestuursrecht. Er ontbreekt een overtuigende onderbouwing waarom een jaarvracht van 5 kilogram PFAS aanvaardbaar zou zijn zonder een doeltreffende bronaanpak.
  • De doelmatige werking van RWZI Weert wordt hierdoor belemmerd. Deze installatie is primair ontworpen voor de behandeling van stedelijk afvalwater. CFS wil industrieel afvalwater met PFAS op de RWZI lozen, maar Waterschap Limburg kan deze stoffen niet adequaat verwijderen met het huidige biologische zuiveringsproces. Hierdoor worden PFAS via het effluent geloosd op het oppervlaktewater, namelijk de Zuid-Willemsvaart, die uitmondt in de Maas.

Kamervragen en bestuurlijke reactie

Er zijn inmiddels Kamervragen gesteld aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. [3] In zijn beantwoording stelt hij zich formeel op: de Provincie is het bevoegd gezag. Hoewel ook de Inspectie Leefomgeving en Transport een kritische zienswijze heeft gepubliceerd, [4]  lijkt de Staatssecretaris niet van plan gebruik te maken van zijn instructiebevoegdheid op grond van de Omgevingswet.

Beroep tegen vergunningverlening

Het waterschap is fel gekant tegen het verlenen van deze vergunning door de Provincie en de Omgevingsdienst. “We zijn zeer benieuwd waarom onze bezwaren niet zwaarder zijn meegewogen in de besluitvorming,” aldus Jeroen Achten, lid van het dagelijks bestuur van Waterschap Limburg. Het waterschap werkt intensief samen met partners in de waterketen, waaronder RIWA Maas, IL&T, WML, Evides en Dunea.

De Provincie Limburg zal binnen zes tot twaalf weken een definitief besluit nemen over de vergunningverlening. Het waterschap heeft al aangegeven in beroep te gaan tegen een eventuele vergunning.

 

Literatuur:

[1] https://www.h2owaternetwerk.nl/h2o-actueel/waterschap-limburg-in-verzet-tegen-lozingsvergunning-pfas

[2] https://www.waterschaplimburg.nl/publish/library/11/ab-informatiebrief_zienswijze_waterschap_limburg_op_ontwerpbesluit_van_de_omgevingsdienst_zuid_1.pdf

[3] Antwoord op vragen van het lid Gabriëls over het bericht: Provincie wil PFAS-lozing op riolering Weert tegen adviezen in, toestaan: “Grote impact op het milieu” | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zie ook: https://www.h2owaternetwerk.nl/h2o-actueel/vergunning-voor-pfas-lozing-op-riolering-weert-staatssecretaris-wijst-naar-provincie

[4] https://www.ilent.nl/documenten/leefomgeving-en-wonen/overheidsinstanties-en-omgevingswet/omgevingsvergunningen-industrie/zienswijzen/advies-aanvraag-verandering-omgevingsvergunning-cfs