Bodem

Wet collectieve warmte; wat verandert er voor bodemenergie?

vrijdag 15 augustus 2025

Binnenkort vallen WKO’s voor meerdere gebouwen en wijken, waarbij sprake is van een leverancier, onder de Wet collectieve warmte (Wcw). Het is belangrijk te weten dat de bepalingen – die zijn opgenomen in de Wcw – doorwerken in de gehele keten. Zo gelden er bijvoorbeeld maximumtarieven voor warmte. Voor gebouweigenaren met een eigen bodemsysteem verandert er niets, omdat zij geen warmte afnemen van een warmteleverancier.

Opensysteem

De Wcw beïnvloedt met name het open bodemenergiesysteem. Een open bodemenergiesysteem is te gebruiken voor gestapelde woningbouw en grotere utiliteitsgebouwen (vanaf 3.000 m² bruto vloeroppervlakte) met koudevraag[1] of als collectief systeem voor een blok of wijk. Bij een WKO wordt het grondwater uit een watervoerende laag (aquifer) opgepompt. Een WKO-systeem werkt altijd met een warmte- en een koude bron (‘doublet’). Een warmtewisselaar geeft de warmte af aan een warmtepomp. Zo blijft het grondwater gescheiden van de gebouwinstallatie. Het afgekoelde water wordt geïnjecteerd in de koude bron om mee te koelen, en het warme water wordt geïnjecteerd in de warmtebron om mee te verwarmen. Als er meerdere woningen op één WKO-systeem zijn aangesloten, is een exploitant en een warmtenet(je) nodig.

Warmte Koude Opslag - WUR

Wcw-regelgeving en bodemenergie

Hoe verhoudt de Wcw zich tot bestaande regelgeving op het gebied van bodemenergie?

Een deskundige hierover: “Je hebt nu de Warmtewet. Daarin staan een aantal dingen die niet logisch zijn  voor lage-temperatuursystemen (de koudevraag). Deze worden in de Wcw aangepast. In de toekomst wordt er een enorme toename van het aantal lage-temperatuursystemen  voorzien, en daarmee dus van bodemenergie,[2] doordat de behoefte aan opslag van warmte en koude een vlucht gaat nemen. De nieuwe wet sluit hier beter bij aan. De allergrootste wetswijziging die eraan komt, is dat het eigendom van een collectief warmtesysteem voor meer dan de helft in publieke handen moet zijn. Dit geldt vanaf 1.500 aansluitingen en voor het gehele warmtenet. Dat geldt op termijn ook bij de bestaande warmtenetten.”[3]

Hoe beïnvloedt de Wcw de vergunningverlening en het toezicht op bodemenergiesystemen?

“Met name de definities zullen er her en der duidelijker moeten worden om aan te geven of een dienst wel of niet onder de Wcw valt. Sowieso vallen de aanleg en het gebruik van bodemenergie daarmee ook nog steeds onder de andere bestaande wetgeving zoals  het Besluit activiteit leefomgeving (Bal). De meldingsplicht, vergunningsplicht en de meet- en registratieplicht verandert niet door de Wet collectieve warmte.”

Goed voorbeeld: wijk ’t Zoet in Breda

De ervaringen van ’t Zoet laten zien dat bodemenergie een krachtig instrument is om warmte- en koudevoorziening in gebiedsontwikkelingen duurzaam, flexibel en toekomstbestendig in te richten. Vanwege het collectieve bronringleidingnet leent het energieconcept zich voor exploitatie door een publiek warmtebedrijf. Tegelijkertijd geeft het decentrale karakter de mogelijkheid om de realisatie en exploitatie bij marktpartijen per gebiedsdeel te laten, met daarbij wel voldoende mogelijkheden voor afdwingbaarheid zoals een bodemenergieplan. Het energieconcept biedt dus flexibiliteit aan de gemeente rondom de voorgestelde Wet collectieve warmte.[4]

Samengevat

In integrale gebiedsprojecten is afstemming tussen stedenbouw, technische oplossingen en wetgeving essentieel. De Wcw beïnvloedt:

  1. Vergunningsprocessen: collectieve systemen via omgevingsvergunningen onder Wcw in plaats van Warmtewet
  2. Financiële haalbaarheid: kostegebaseerde tariefregulering maakt businesscases transparanter
  3. Publieke betrokkenheid: gemeenten krijgen meer regierol bij selectie en exploitatie van warmteconcepten

Open bodemenergiesystemen bieden projectontwikkelaars voordelen zoals lage operationele kosten en milieuwinst. Tegelijkertijd vergt het beheer van WKO-netten duidelijke afspraken over onderhoud, monitoring en onderlinge interferentie tussen projecten.

Literatuur

[1] De koudevraag gaat over hoe koel we het in gebouwen willen hebben Hiervoor heb je koudenetten nodig die in principe hetzelfde werken als warmtenetten. Maar in plaats van warm water wordt er koud water naar de woning vervoerd. Koudenetten lopen tegen dezelfde limieten aan als warmtepompen. Bron: https://www.nplw.nl/warmtenet/warmtetechnieken/koudetechnieken

[2] Bodemenergie gaat tot een maximale diepte van 500 meter. Dieper is de Mijnwet van kracht en heet het geothermie. Bodemwarmte is in principe volledig hernieuwbaar en daardoor oneindig bruikbaar. De wetgeving voor het ontwerpen, aanleggen en beheren van bodemenergiesystemen zorgt dat er geen verstoring optreedt in de bodem en het grondwater. Met goed beheer van de bronnen hebben gesloten systemen en WKO’s een verwachte levensduur van meer dan 30 jaar.