- Opleidingsaanbod
- Planeconomie & Vastgoedrecht
- Duurzaamheid in gebiedsontwikkeling
- Bodem
- Asset Management Gemeentelijk Vastgoed
- Woningcorporaties
- Incompany Trainingen
- Losse masterclasses
- Nieuws
- Scobe Academy
- Contact en route
Planeconomie & Vastgoedrecht
Vestigen voorkeursrecht ten behoeve van de energietransitie: haken en ogen
donderdag 6 november 2025
Steeds vaker komt het voor dat de gemeente het voorkeursrecht vestigt ten behoeve van de energietransitie. Dat kan ten behoeve van windmolens, energienetten en zonnepanelen etc. Wat zijn de spelregels? Hier behandelen we de casus Vught.
Instellen voorkeursrecht
De rechtbank Oost‑Brabant heeft op 10 oktober 2025 uitspraak[1] gedaan over de vestiging van voorkeursrechten op verschillende percelen[2] in de gemeente Vught. Het ging om gronden die door de raad waren aangewezen in het kader van het Programma Grootschalige Opwek Vught,[3] waarin vijf zoekgebieden zijn aangewezen voor de mogelijke ontwikkeling van zonneparken. Waar de parken zouden komen was nog niet bekend.
De gemeente Vught stelde het voorkeursrecht in om grip te houden op de energietransitie en om grondspeculatie te voorkomen. Daarmee wil zij uitvoering geven aan de afspraken uit de Regionale Energiestrategie (RES).
Bezwaren
Verschillende grondeigenaren maakten bezwaar. Zij vonden dat het voorkeursrecht te vroeg en te ruim was ingesteld en dat hun persoonlijke belangen onvoldoende waren meegewogen. Ook twijfelden zij aan de uitvoerbaarheid van de plannen, onder meer vanwege de zogenoemde zonneladder[4], de Omgevingsverordening Noord‑Brabant[5] en de beperkte capaciteit van het elektriciteitsnet. Daarnaast wezen zij erop dat de gemeente niet duidelijk had gemotiveerd waarom sommige woonpercelen wel en andere niet onder het voorkeursrecht vielen.
Oordeel rechtbank: onzorgvuldig
De rechtbank stelde vast dat de Omgevingswet de mogelijkheid biedt om in een vroeg stadium een voorkeursrecht te vestigen, ook als nog niet duidelijk is waar zonneparken precies zullen komen. De plannen zijn bovendien ‘niet evident onuitvoerbaar’: de zonneladder, de provinciale regels of netcongestie vormen geen absolute belemmering.
Toch oordeelde de rechtbank dat de gemeente haar besluitvorming onvoldoende zorgvuldig heeft gemotiveerd. De raad hanteert zelf de regel dat zonneparken niet binnen 30 meter van woningen mogen worden gerealiseerd en dat woonpercelen buiten het voorkeursrecht moeten blijven. Het is echter onduidelijk of deze uitgangspunten consequent zijn toegepast. Zo is niet duidelijk waarom het woonperceel van één eiser wel is aangewezen, terwijl een vergelijkbaar naburig perceel buiten de aanwijzing is gelaten. Ook bij andere eisers is onvoldoende onderzocht of hun woningen binnen de 30‑meterzone vallen.
Daarnaast benadrukte de rechtbank dat de raad ten onrechte heeft aangenomen dat individuele belangen bij de vestiging van een voorkeursrecht geen rol spelen. Volgens de Algemene wet bestuursrecht moeten persoonlijke omstandigheden wel degelijk worden meegewogen.
Gevolgen
De rechtbank verklaarde de beroepen van de grondeigenaren gegrond en vernietigde de besluiten van de gemeenteraad. De gemeente moet binnen twaalf weken nieuwe besluiten nemen, waarbij zij haar eigen uitgangspunten consequent toepast en beter rekening houdt met de belangen van de betrokken eigenaren.
Conclusie
De uitspraak bevestigt dat het voorkeursrecht een legitiem instrument is om regie te houden bij de energietransitie. De gemeente moet dit instrument wel zorgvuldig en transparant moet toepassen. Voor Vught betekent dit dat de plannen voor zonneparken doorgang kunnen vinden, maar alleen na een betere motivering en een mee zorgvuldige afweging van de belangen van grondeigenaren.
Verbredende literatuur:
Soortgelijke gerechtelijke uitspraken vindt u hieronder:
- Rechtbank Oost‑Brabant, 1 juli 2020 (ECLI:NL:RBOBR:2020:3330) Ging over een omgevingsvergunning voor een zonnepark in de gemeente Someren. Omwonenden maakten bezwaar tegen de vergunning. De rechtbank oordeelde dat de gemeente de vergunning terecht had verleend, maar benadrukte dat belangen van omwonenden zorgvuldig moeten worden afgewogen. Zie: ECLI:NL:RBOBR:2020:3330 - PONT Omgeving
- Raad van State, 11 mei 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1365) Betrof een tijdelijke vergunning voor een zonnepark in Zeewolde. Omwonenden voerden aan dat het project te veel impact had op natuur en leefomgeving. De Raad van State bevestigde dat gemeenten zonneparken tijdelijk mogen toestaan (25 jaar), mits goed gemotiveerd. Zie: ECLI:NL:RVS:2022:1365 - PONT Omgeving
- Rechtbank Noord‑Nederland, 22 december 2023 (ECLI:NL:RBNNE:2023:5394) Hier weigerde de gemeente Hoogeveen een vergunning voor een zonnepark omdat er onvoldoende draagvlak zou zijn. De rechtbank oordeelde dat dit geen geldige reden was: draagvlak is belangrijk, maar mag niet de enige grond zijn om een vergunning te weigeren. Rechtbank Noord-Nederland, 22-12-2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:5394, LEE 23/348 | OpMaat
Literatuur:
[1] ECLI:NL:RBOBR:2025:6266, Rechtbank Oost-Brabant, 24/4161, 24/4285, 25/26, SHE 25/30 en 25/89
[2] De percelen van eisers waarop het voorkeursrecht is gevestigd, zijn gelegen noordwestelijk van de kern Distelberg, tussen het afwateringskanaal ’s-Hertogenbosch-Drongelen en de Loonse en Drunense duinen (eiser 1), in het gebied dat ongeveer wordt begrensd door de Loonse en Drunense duinen, Helvoirt, verkeersweg N65 en de grens met de gemeente Haaren (eisers 2, 3 en 5) en tot slot noordoostelijk van Helvoirt, aan of nabij verkeersweg N65 (eiser 4).
[3] Programma grootschalige opwek | Lokale wet- en regelgeving
[4] Regionale Energie Strategieën (RES) - Brabant
[5] Omgevingsverordening Noord-Brabant | Lokale wet- en regelgeving