Wat wel doorgaat van STOER heeft zeker impact op woningbouwontwikkeling

Sneller bouwen

Een belangrijk knelpunt in de woningbouw zijn de lange juridische procedures. Bezwaar- en beroepszaken leiden vaak tot jarenlange vertraging. De Wet versterking regie op de volkshuisvesting regelde al om beroep tegen omgevingsvergunningen voor woningbouwprojecten in eerste en enige aanleg onder te brengen bij de Afdeling bestuursrechtspraak. STOER onderstreept dit.

Ook worden milieu- en archeologieonderzoeken pragmatischer ingericht. Waar nu vaak uitgebreide rapportages nodig zijn, komt er meer ruimte voor kortere en slimmere trajecten. Flora- en faunaprocedures worden vereenvoudigd via een landelijk netwerk van Soortenmanagementplannen (SMP’s), waardoor vergunningen sneller kunnen worden verleend zonder dat natuur en dierenbescherming in gevaar komen.

Daarnaast komt er een uniforme norm voor bouwen in gebieden die kwetsbaar zijn voor wateroverlast, en worden nutsvoorzieningen zoals drinkwater en energie beter gegarandeerd. Digitalisering en standaardisering van gegevensuitwisseling moeten dubbel onderzoek voorkomen en de doorlooptijd van projecten verkorten.

Meer woningbouwlocaties

Om meer locaties beschikbaar te maken, kiest het kabinet voor ruimere toepassing van milieuregels en een vereenvoudiging van bodem- en PFAS-beleid. Ook wordt gewerkt aan oplossingen voor netcongestie en drinkwatervoorziening, onder meer via microgrids,[3] prioritering in vergunningverlening en bestuurlijke afspraken.

Met SMP’s kunnen duizenden projecten sneller doorgaan, terwijl splitsen, optoppen en transformatie van bestaand stedelijk gebied extra bouwruimte opleveren. Gemeenten worden ondersteund met een “stippenplan” en aangepaste parkeernormen.

Goedkoper bouwen

Naast snelheid richt STOER zich nadrukkelijk op kostenverlaging. Bouwtechnische eisen worden versoepeld: regels voor trappen, plafondhoogte en geluidsisolatie worden minder streng, de daglichtnorm wordt teruggedraaid en de checklistplicht voor veilig onderhoud wordt beperkt.

Vanaf volgende maand worden de aangewezen NEN-bouwnormen gratis online beschikbaar, wat ontwerpers en bouwers aanzienlijke kosten scheelt. Ook vervalt de vergunning- en meldingsplicht voor woningen met een erkende kwaliteitsverklaring, waardoor fabrieksmatig en seriematig bouwen sneller en goedkoper kan plaatsvinden.

Volgens berekeningen kan dit pakket leiden tot een gemiddelde kostenbesparing van €30.000 per woning (exclusief btw): €10.000 door aanpassing van bouweisen en €20.000 door standaardisatie en het tegengaan van lokale bovenwettelijke eisen. Extra besparingen van €900 tot €1.200 per woning zijn mogelijk door efficiënter gebruik van open data en digitale informatievoorziening.

Reactie commissie
De commissie-STOER, onder leiding van Friso de Zeeuw, ziet dit als een belangrijke stap vooruit: circa 80 procent van de 150 adviezen wordt opgepakt. Toch waarschuwt de commissie voor een “enorm afbreukrisico”,[4] omdat veel toezeggingen afhankelijk zijn van nader overleg of lopende trajecten. Bovendien ontbreekt volgens de commissie een breed gedragen kabinetsaanpak. Vooral het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zou terughoudend zijn bij cruciale dossiers, zoals het Basisnet gevaarlijke stoffen, bodemsanering en het principe water en bodem sturend.

Literatuur