Gemeentelijk Vastgoed Management

Wet Markt en Overheid aangescherpt

dinsdag 14 december 2021

Overheden oefenen met regelmaat economische activiteiten uit zoals het verkopen of verhuren van (maatschappelijk) vastgoed. De overheid is dan een concurrent van (commerciële) marktpartijen. Om oneerlijke concurrentie door de overheid te voorkomen is de Wet Markt en Overheid ingevoerd. De Wet Markt en Overheid is geen afzonderlijke wet, maar een hoofdstuk (4b) van de Mededingingswet (Mw). De belangrijkste regel uit die wet houdt in dat overheden hun economische activiteiten niet onder de kostprijs mogen uitoefenen. Voorbeeld: De gemeente verkoopt een stuk grond en verhuurt gebouwen. De gemeente is dan een concurrent van ondernemers.

De Wet Markt en Overheid zorgt ervoor dat voor gemeente en bedrijfsleven een gelijk speelveld geldt. Deze gedragsregels worden aangescherpt en gaan bovendien permanent gelden. Het kabinet heeft de wetswijziging die dat regelt nu klaar. O.a. de volgende economische activiteiten vallen onder de Wet Markt en Overheid: grondexploitatie, verkoop panden en grond, verhuur woningen, verhuur grond en opstalrecht, verhuur maatschappelijk vastgoed.

Uitzonderingen

Uiteraard mag de gemeente zijn maatschappelijk vastgoed verhuren maar ze moeten zich houden aan de mededingsregels van de Wet Markt & Overheid. Deze wet kent echter ook een uitzondering: ‘als de activiteiten onder het ‘algemeen belang’ vallen dan is een uitzondering mogelijk.’ Soms blijkt toch dat gemeentes iets te gemakkelijk gebruik maken van deze uitzondering zie: Rechter fluit 'bijklussende' gemeenten terug  Ook was er regelmatig kritiek vanuit de ondernemers dat ze te weinig betrokken werden bij de besluitvorming. De nieuwe wetswijziging moet hiervoor een oplossing bieden. Ondernemingen moeten meer inspraak krijgen en gemeentes die de markt op willen moeten verplicht aan marktconsultatie doen.

In de nieuwe wet krijgen ondernemers vooraf meer inspraak en komen er ook evaluatiebepalingen. Deze evaluatiebepalingen moeten ervoor zorgen dat uitzonderingen van de gedragsregels heroverwogen kunnen worden.

De gedragsregels zijn telkens verlengd voor een periode van 2 jaar. Het nieuwe wetsvoorstel maakt hier eindelijk een einde aan en zorgt ervoor dat ze permanent worden. Dat geeft in ieder geval duidelijkheid. Het is nog onbekend wanneer de Tweede Kamer het voorstel gaat behandelen.