Verhoging lage BTW-tarief van 6% naar 9%

vrijdag 4 januari 2019

Sinds 1 januari jl. is het lage BTW-tarief 9%. Deze tariefsverhoging wordt vooral gevoeld door de consumenten, omdat hierdoor veel eerste levensbehoeften (bijv. levensmiddelen) duurder zijn geworden.  Voor dienstverlening door de gemeente heeft deze tariefsverhoging over het algemeen geen gevolgen. Deze gevolgen kunnen er bijvoorbeeld wel zijn als de gemeente als subsidiegever optreedt en de gesubsidieerde partij niet de mogelijkheid heeft om haar hogere inkoop-BTW terug te vorderen van de Belastingdienst. Deze situatie kan aan de orde zijn in de sociale of culturele sector waarvoor verschillende BTW-vrijstellingen gelden.

Voor diensten die nauw samenhangen met de beoefening van sport, of met lichamelijke opvoeding, en die door instellingen worden verricht, geldt sinds 1 januari jl. een algemene BTW-vrijstelling. De vrijstelling is sinds die datum niet langer beperkt tot sportdiensten aan alleen leden. Een belangrijke voorwaarde voor deze vrijstelling is wel dat de ondernemer die de sportdiensten verleent geen winst beoogt.

Daarnaast heeft de wetgever nog de volgende instellingen aangemerkt als niet-winstbeogend:

  1. de instelling die direct of indirect bijdragen ontvangt die geen vergoeding vormen of een vergoeding vormen hoger dan de normale waarde voor een prestatie en de instelling zonder die bijdragen geen overschot zou behalen. Denk hierbij aan situaties waarin een gemeente een niet belastbare exploitatiesubsidie heeft toegekend of een (veel) te hoge met BTW belaste subsidie.

b.   de instelling die direct of indirect een sportaccommodatie of een gedeelte daarvan ter beschikking wordt gesteld door een publiekrechtelijk lichaam dat ter zake van die terbeschikkingstelling niet ten minste de aan die accommodatie of het gedeelte daarvan toerekenbare integrale kosten aan zijn afnemer in rekening brengt. Het gaat hier om de situatie dat de gemeente een niet-kostendekkende huur vraagt voor het gebruik van de sportaccommodatie.

Nu klinkt dat mooi dat geen BTW meer hoeft te worden betaald over het gebruik van sportaccommodaties. De keerzijde is echter dat de inkoop BTW niet meer afgetrokken kan worden.  Dit geldt ook voor de BTW over kosten van verbouwingen . De kosten zullen dus stijgen, doorgaans met 21%. Deze BTW kan door de gemeente ook niet worden teruggevorderd bij het BTW-compensatiefonds.

Deze maatregel heeft een grote impact op de exploitatie van gemeentelijke sportaccommodaties en de administratieve werkzaamheden die daarmee samenhangen. Hiervoor zal in de afgelopen maanden al veel werk zijn verzet, maar mogelijk zijn er nog wat ‘open eindjes’. Dan is het van belang om die op zo kort mogelijke termijn ‘aan elkaar te knopen’. De verruimde sportvrijstelling zal ook niet zonder gevolgen (kunnen) blijven voor het gemeentelijk sportaccommodatiebeleid op de langere termijn.

Mocht u in dit kader nog vragen hebben of behoefte aan advies, dan kunt u daarvoor contact opnemen met H. de Kat | DHK Tax & Legal dekat@dhk-taxandlegal.nl 06-23525696