Gemeentelijk Vastgoed Management

Social rent als dekking voor duurzaamheidsinvesteringen

donderdag 26 augustus 2021

De verduurzaming van maatschappelijk vastgoed gaat langzaam. Met name de coronacrisis heeft de aandacht verschoven. Weliswaar heeft het Rijk begin 2021 een subsidie van € 24 miljoen beschikbaar gesteld voor kleine vastgoedorganisaties, maar dat lijkt eerder procesgeld te zijn. Investeringen kunnen er niet mee worden gedekt. Social rent zou hier een oplossing voor kunnen zijn. Scobe verkent de mogelijkheden.

                                                            

Social rent is het principe dat bij aanbestedingen van zorgdiensten die de gemeente op de markt zet (bijvoorbeeld jeugdzorg), een bepaald deel van de medewerkers van de partij aan wie het werk is gegund in gemeentelijke panden gevestigd moet worden. Een andere optie is om verplicht een deel van het personeel van de gemeente in te huren of over te nemen.

Dit past in de behoefte aan meer flexibel werken. Waarom richten we hiervoor dan niet (ouderwets en tijdelijk) een post voor in bij een buurthuis, clubhuis of school? Voor een deel gebeurt dit al, maar het zit niet in de aanbesteding van diensten.

Social rent is afgeleid van het veel langer bestaande social return. Social return houdt in dat bij aanbestedingen van bijvoorbeeld openbaar groen een bepaald percentage van het werk moet worden gedaan door personen (van instellingen) met een afstand tot de arbeidsmarkt. Men is in een aantal gevallen zelfs verplicht om een aantal van deze mensen op termijn in dienst te nemen.

Veelal is het percentage social return 5% van de omvang van het werk. Stel dat social rent ook 5% zou zijn, dan zou 5% van de omvang van het contract huur van maatschappelijke voorzieningen zijn of gemeentelijk personeel in te huren/over te nemen.

Aandachtspunten

Uiteraard kan dit allemaal niet zomaar. Immers mogen geen eisen in aanbestedingen worden gesteld die niet relevant zijn voor de opdracht. Met social rent vraagt dit om zorgvuldigheid. Argumentatie zou bijvoorbeeld kunnen zitten in het feit dat zorgdiensten goed verspreid moeten zijn over verschillende wijken, en geïntegreerd in de samenleving. Een en ander moet dan worden vastgelegd in het aanbestedingsbeleid. De “Gids Proportionaliteit” van juli 2020 geeft daarvoor verschillende handvatten.

Voorts kan ook niet iedere zorgaanbieder van de ene op de andere dag van zijn huurcontract af, dus niet alles kan op één dag. Ander punt is dat er niet altijd ruimte is in het bestemmingsplan (en straks het omgevingsplan). Als de bestemming of toegestane activiteit maatschappelijk is, dan kan er veel. Echter in een aantal gevallen is dat stringenter. Hier dient de zogenaamde kruimelgevallenregeling toegepast te worden.

Uiteraard mogen de inkoopkosten van de zorg niet verhoogd worden en moet social rent bijdragen aan de MVO-taakstellingen van de organisaties die de zorg verlenen.

Wat levert het op

Als we alleen al de jeugdzorg nemen, waar jaarlijks € 5,7 miljard in omgaat, en maatschappelijk werk met een bedrag van € 7 miljard (BDO 2021: de groeiende druk op het sociaal domein: een onderzoek naar de jaarrekening van Nederlandse gemeenten) dan zou een social rent van 5% jaarlijks € 635 miljoen opleveren. Als daarvan de helft voor de zorg en de helft voor verduurzaming wordt gebruikt, dan hebben we 317 mln. per jaar beschikbaar. Natuurlijk is een deel van het bedrag voor de eigen ambtenaren en zal niet alles worden uitbesteed, of huurt de zorg al gedeeltelijk gemeentelijke panden. Laten we eens aannemen dat het om 80% gaat, dan komen we aan € 250 mln.; meer dan € 200 mln. per jaar.

Conclusie

Met de nodige uitwerkingen is social rent een interessante manier om mede financiële dekking te vinden voor de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed. En zo zijn er meer mogelijkheden. Deze bespreken we allemaal in onze uitgebreide cursus Gemeentelijk Vastgoed: duurzaam effectief. Tijdens deze cursus zie je alle belangrijke thema's voorbij komen; van maatschappelijk rendement en vastgoedfinanciën, tot juridische aspecten en strategie.