Planeconomie & Vastgoedrecht

Privaatrechtelijk kostenverhaal en weigeren omgevingsvergunning

donderdag 20 april 2023

Op 29 maart van dit jaar deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een opmerkelijk uitspraak. In geding was het weigeren van een omgevingsvergunning omdat Baetland Vastgoed geen exploitatiebijdrage wenste te betalen aan de gemeente Purmerend in verband met de realisatie van een parkeerterrein door Beatland. Het ging om ambtelijke kosten.

Context.

Bij brief van 12 maart 2020 heeft het college aan Baetland Vastgoed meegedeeld dat het eerst een anterieure overeenkomst wil sluiten alvorens het medewerking kan verlenen aan het verzoek voor het afwijken van het bestemmingsplan. In die anterieure overeenkomst zou onder meer moeten staan dat een bijdrage aan de gemeentelijke plankosten zou moeten worden voldoen.

Baetland Vastgoed heeft geweigerd de overeenkomst met het college aan te gaan, omdat zij het niet eens is met betaling van de daarin genoemde bijdrage. Volgens haar is de gemeente niet bevoegd om een bijdrage te vragen anders dan via de leges. Bij besluit van 11 mei 2020 heeft het college in reactie hierop besloten de gevraagde vergunning te weigeren. Het college heeft hierbij overwogen dat de uitvoerbaarheid van het project niet is verzekerd. Het bouwplan (sic) is daarom in strijd met een goede ruimtelijke ordening.

Aangevallen uitspraak

De rechtbank heeft het door Baetland Vastgoed ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 11 mei 2020 vernietigd en het college opgedragen om een nieuw besluit te nemen. Daartoe is - kort weergegeven - overwogen dat de omstandigheid dat Baetland Vastgoed betaling van de door het college gewenste bijdrage in de gemeentelijke plankosten weigert, niet kan leiden tot de conclusie dat sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening. Volgens de rechtbank bestaat namelijk geen ruimtelijke samenhang tussen de gevraagde bijdrage en de beoogde ontwikkeling en is deze bijdrage niet bedoeld om een op zichzelf nadelige ruimtelijke ontwikkeling te compenseren.

Hoger beroep

Het college betoogt dat de rechtbank ten onrechte tot het oordeel is gekomen dat het de gevraagde omgevingsvergunning niet heeft mogen weigeren wegens strijd met een goede ruimtelijke ordening. De door het college gevraagde financiële bijdrage heeft echter naar het oordeel van de Afdeling niet het doel een nadelige ruimtelijke ontwikkeling te compenseren, maar heeft slechts tot doel om de gemeentelijke kosten te dekken. Zo staat in het stuk van 21 oktober 2021 dat de beoordeling van de aanvraag onder meer de noodzaak met zich brengt om een reeks disciplines binnen de gemeentelijke organisatie te raadplegen en dat diverse adviezen uitgebracht zijn. De Afdeling ziet in zoverre geen ruimtelijke samenhang tussen het project waarvoor de bijdrage wordt gevraagd en het bestedingsdoel van de bijdrage. Hier is dus geen sprake van een vereveningsbijdrage. Dit is daarom geen ruimtelijk relevant belang dat als grondslag kan dienen voor weigering van de gevraagde omgevingsvergunning.

Conclusie

De conclusie is dat het college de door Baetland Vastgoed ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning niet heeft kunnen weigeren alleen omdat zij geen anterieure overeenkomst heeft gesloten die strekt tot betaling van een bijdrage in de gemeentelijke exploitatiekosten. De rechtbank is terecht tot dezelfde conclusie gekomen aldus de Raad van State.

Scobe: het was dus anders geweest als wel sprake was geweest van kosten verbonden aan ruimtelijke maatregelen.