Planeconoom: van rekenmeester naar strategisch adviseur

woensdag 21 december 2016

Door Theo Ram. De taak van de planeconoom werd in het verleden vaak omschreven als ‘financiële planbegeleiding’. Dat heeft iets ongemakkelijks. Ik moet daarbij altijd denken aan bijvoorbeeld ‘huiswerkbegeleiding’. Je redt het in je eentje niet en dus heb je begeleiding nodig. Of de begeleiding van koren door bijvoorbeeld een piano. Dat klinkt niet alleen mooier, maar zonder die begeleiding zou het koor veel minder presteren…

Veel projectleiders of projectmanagers geven vaak ruiterlijk toe dat ‘rekenen niet hun sterkste kant is’. En dan is een (veredelde) rekenmachine wel prettig om bij de hand te hebben. De planeconoom als rekenmeester.

Maar tijden veranderen. 

Financiën (en financiële risico’s) worden steeds vaker leidend bij beleidsbeslissingen over gebiedsontwikkelingen. Financiële planbegeleiding verandert in financiële plansturing.

Gemeenten kiezen regelmatig voor een faciliterende rol in gebiedsontwikkeling. De realisatie van ruimtelijke beleidsdoelstellingen wordt niet meer vooral gehaald door alle gronden zelf aan te kopen en te ontwikkelen (maximale regie én risco), maar steeds vaker door marktpartijen te faciliteren. In veel projecten zien we combinaties ontstaan van actieve ontwikkeling door gemeenten en het faciliteren van marktpartijen, ingegeven door in het verleden ingenomen grondposities. En daar waar de markt goed is (en dat is helaas zeker niet overal in Nederland…) worden ontwikkelingen soms helemaal overgelaten aan initiatieven uit de markt, die worden getoetst aan de ruimtelijke beleidsdoelstellingen.

De beleidskeuzes die voortvloeien uit bovenstaande hebben een krachtige financiële sturing nodig. Het gaat daarbij vooral om de strategie en niet meer om de exacte hoeveelheid stoeptegels…

Van planeconomen wordt verwacht dat zij strategisch kunnen meedenken, op een hoog abstractieniveau. De financiële gevolgen van beleidskeuzes inzichtelijk maken, vraagt om andere kennis en vaardigheden. Maar daar krijg je wel wat voor terug: van begeleiding naar sturing. Van huiswerkbegeleider naar docent, van pianist naar dirigent. Wie pakt het stokje op?