Asset Management Gemeentelijk Vastgoed

Laatste stand Wet Markt en Overheid

vrijdag 30 augustus 2024

De Rijksoverheid werkt al langere tijd aan een wijziging van de Wet M&O. Dit duurt langer dan in eerste instantie werd verwacht aangezien de geplande wetswijziging inmiddels tweemaal is uitgesteld. Het meest recente besluit tot uitstel dateert van 7 juni 2023, en houdt een verlenging van de werkingsduur van de Wet M&O in tot en met 1 juli 2025. Ik verwijs naar het volgende Besluit.

Wetsvoorstel

Er is wel al een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. Er staat voor 9 september 2024 een plenaire vergadering gepland waarin het onderwerp aan bod zal komen. De geplande wijzigingen in de wet omvatten onder andere een aanscherping van de uitzondering van het algemeen belang, met name ten aanzien van de voorbereidingsprocedure van een algemeen belang besluit en de motivering hiervan. Het wetsvoorstel omvat een verplichting om algemeen belang besluiten na een periode van vijf jaar te beoordelen op doeltreffendheid en effecten daarvan in de praktijk, het bestuursorgaan moet op basis van deze beoordeling besluiten of zij het algemeen belang besluit handhaaft of niet. Ook bevat het wetsvoorstel de verplichting om een consultatie te organiseren voorafgaand aan de voorbereiding van een algemeen belang besluit. Daarnaast zal de Wet M&O een permanent karakter krijgen (c.q. vast onderdeel worden van de Mededingingswet) zodat deze niet meer periodiek verlengd hoeft te worden.

Motivering algemeen belang

De motivering van het algemeen belang besluit is ook een onderwerp dat in de rechtspraak veelvuldig terugkeert. De rechter toetst de voorbereiding en motivering van dergelijke besluiten, en oordeelt met enige regelmaat dat deze niet voldoet aan het vereiste niveau. Voorbeelden zijn de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) van 9 augustus 2022 (ECLI:NL:CBB:2022:506) en Rechtbank Rotterdam van 22 maart 2018 (ECLI:NL:RBROT:2018:2244).

Besluiten nader geduid

In het eerste geval ging het om de verhuur van een sportaccommodatie onder de integrale kostprijs. Dat was onvoldoende gemotiveerd welk algemeen belang daarmee was gediend.

In het tweede geval ging het om de exploitatie van ligplaatsen en camperstaplaatsen. Daarbij was als motivatie voor lage tarieven opgevoerd dat het ging om “een economische impuls aan de middenstand en horeca in Musselkanaal”. Dit zonder cijfermatige onderbouwing. Bovendien zou er geen marktpartij zijn die de exploitatie wilde doen, maar gelet op het feit dat er iemand tegen het besluit is opgekomen die de exploitatie wel wilde doen, is dat dus niet het geval.

Tot slot

Ontwikkelingen vanuit de wetgever laten dus nog even op zich wachten, maar de toekomst lijkt in ieder geval een nauwkeurigere en/of uitgebreidere voorbereiding, motivering en beoordeling van algemeen belang besluiten te omvatten.

Mr. Pieter van den Oord en Mr. Monika Beck, advocaten bij La Gro.

p.vandenoord@lagro.com - m.beck@lagro.com