Hoe kan de Transitiewet helpen om afsluiting van het gas in de bestaande particuliere voorraad verplicht te maken?

donderdag 13 december 2018

Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de aanpassing van de Crisis- en herstelwet naar de Transitiewet. Hiermee wordt het mogelijk om de experimenten van de Crisis- en herstelwet toe te passen op andere projecten en gebieden. Dat betekent dus een grote verbreding van de toepassing van de experimenten en een betere aansluiting op de Omgevingswet en de Aanvullingswet grondeigendom. Dit alles gaat ons zeker helpen om de woningbouw te versnellen en de verduurzaming van onze leefomgeving te versoepelen.

In dit kader is het zeker ook relevant dat de VNG een beroep heeft gedaan op de Tweede Kamer om Gaswet onder de Transitiewet te brengen. In de vorige Nieuwsbrief berichtten wij u daar al over. Inzet is om de bestaande particuliere woningen van het gas af te krijgen en aan te sluiten op alternatieve bronnen. De vraag is nu hoe dat zou kunnen. Hier een korte beschouwing die in dit verband speelt.

  1. In de Gaswet is de taak voor netbeheerders vastgelegd om op het aardgasnetwerk aan te sluiten (art. 10, lid 6 Gaswet)
  2. In art. 10 lid 7 van de Gaswet zijn twee uitzonderingen opgenomen op de aansluitplicht op het gasnet:
    • Lid 7 sub a: alleen voor nieuwbouw en kleinverbruikers
    • Lid 7 sub b: in gebieden waar zich een warmtenet als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet of een andere energie-infrastructuur bevindt of gaat bevinden die kan voorzien in de verwachte warmtebehoefte
  3. In geval van 7 sub b: bestaande bouw waar voorzien wordt in een nieuwe aansluiting is geen aansluitplicht op het gasnet; wat overigens nog steeds niet betekent dat er een mogelijkheid is om af te sluiten.
  4. In dat geval is er voor de bestaande bouw een experiment onder de Transitiewet nodig. Die wordt verder uitgewerkt in een AMvB. Daarmee moet het mogelijk worden dat bij beëindigen van een contract het verboden is voor netbeheerder om een nieuw contract te sluiten voor dezelfde aansluiting. Maar dit is lastig. De netbeheerder blijft namelijk onderhoudsplichtig als de gasleiding naar het betreffende gebouw blijft liggen. Vraag is dan: wie draait op voor die kosten dan wel de kosten voor het verwijderen van de gasleiding. Een gasleiding die blijft liggen moet namelijk wel onderhouden worden in verband met de veiligheid. Het verwijderen of het onderhouden van de gasleiding moet worden verwerkt in de business case die hoort  bij het experiment.
  5. Op deze wijze wordt een poging gedaan om van de aansluiting af te komen. Uiteraard kan het  Ministerie van Ezk nog met andere maatregelen komen. Ook daar zal het experiment rekening mee moeten houden.  

Tot slot: niet alles wordt opgelost met dit experiment: we hebben nog een wedstrijd te gaan om de aanpassingen in de bestaande gebouwen “af te dwingen”. Ook dat is nog een vraagstuk op zich zelf. Daarover binnenkort meer.

Nico Harkes MRICS