Planeconomie & Vastgoedrecht

Bestemmingsplan Valkenhorst: bouw woningen bij natuurgebieden hand in hand

dinsdag 14 januari 2025

De positieve uitspraak van de Raad van State inzake handhaving van het bestemmingsplan Valkenhorst in Katwijk (11 december 2024) geeft aan dat onderbouwing van de referentiesituatie van groot belang is bij de beoordeling van dergelijke bestemmingsplannen.

Casus Valkenhorst
In deze casus gaat het onder meer over de bouw van 5.600 woningen op het plangebied Valkenhorst (475 ha) dat zich bevindt op het voormalige Marinevliegkamp Valkenburg.

De activiteiten in Valkenhorst liggen nabij kwetsbare Natura 2000-gebieden (zoals Meijendel & Berkheide). Volgens de Wet natuurbescherming, die van toepassing was op het moment van vaststellen van het plan, mag een nieuw plan niet leiden tot een significante verslechtering van deze natuurgebieden. Eén van de belangrijke onderdelen in de wet is stikstofdepositie op een overbelast Natura 2000-gebied.

Intern salderen

Een belangrijk aandachtspunt was daarom de stikstofuitstoot bij de ontwikkeling, de bouw en het gebruik van het gebied. Overwater Rentmeesterskantoor droeg hiervoor een plan als oplossing aan: intern salderen. Hierbij wordt de stikstofruimte van andere, vaak agrarische bedrijven ingetrokken om de impact van nieuwe ontwikkelingen te compenseren.  Dit is een gangbare praktijk binnen de stikstofregelgeving, maar vereist nauwkeurige onderbouwing.

Onderbouwing referentiesituatie
Overwater Rentmeesterskantoor maakte daarom een uitvoerige onderbouwing van de feitelijke en juridische situatie van de agrarische bedrijven en de gronden. De onderbouwing bestond uit:

  • foto’s;
  • een proces-verbaal van een deurwaarder;
  • stallijsten van de agrarische bedrijven.

Daarnaast is een uitvoerige onderbouwing overlegd van de juridische status van de natuurtoestemmingen van de bedrijven.

Succesvolle aanpak
We vroegen Laurens Gräper van Overwater Rentmeesterskantoor wat deze aanpak anders dan anders maakt:

“Ik denk dat onze aanpak afwijkt van de situaties waar het niet goed gaat doordat wij echt goed in kaart brengen wat de feitelijke situatie is in de referentiesituatie in combinatie met het optimaliseren van het plan om zo weinig mogelijk stikstof uit te stoten op de stikstofgevoelige natuurgebieden.  

Naast intern salderen zijn er nog een aantal andere mogelijkheden zoals bijvoorbeeld extern salderen en mitigerende maatregelen zoals aanvullende beheerplannen om de natuur te herstellen.

Die laatste wordt echter beperkt ingezet omdat er meestal al lopende beheerplannen zijn en er aanvullend weinig mogelijk is zonder de natuur op een andere manier te verstoren. Een voorbeeld hiervan is afplaggen. Dit helpt in het kader van stikstof alleen verstoor je wel het bodemleven en de biodiversiteit”.

Borging
Verder zijn in het bestemmingsplan verbodsbepalingen opgenomen. Ze zorgen ervoor dat de stikstof waarmee gesaldeerd wordt, pas ingezet kan worden nadat de bestaande vergunningen zijn ingetrokken. Deze borging was voor Raad van State overtuigend.

Randeffecten
Een element dat niet eerder in een uitspraak van de Afdeling aan de orde is geweest, betreft het element randeffecten. Stikstofdepositie wordt berekend door het rekenmodel AERIUS. Dit model kent een vaste afkapgrens van 25 km. Dit zorgt ervoor dat iedere bron binnen het gebied in het rekenmodel na 25 km geen effect meer veroorzaakt.

Doordat de saldo gevende activiteiten nooit volledig op dezelfde plaats plaatsvinden als de saldo ontvangende activiteiten, ontstaat aan de randen rekenkundig toch nog een extra stikstofdepositie. Dit noemen we randeffecten.

Deze randeffecten zijn door de gemeente uitvoerig onderbouwd door middel van schaduwberekeningen zonder afkap op 25 km. Deze onderbouwing werd door de Raad van State als voldoende beschouwd.

Uitvoering mogelijk
De stikstofproblematiek is een mogelijk struikelblok voor woningbouw en economische ontwikkeling in Nederland. Projecten zoals Valkenhorst tonen aan dat bouwen dichtbij een Natura 2000-gebied mogelijk is. De uitspraak van de Raad van State laat zien dat vooruitgang haalbaar is met de juridische toetsing van stikstofplannen, juiste maatregelen en een doordachte aanpak.